Elf bekende ondersteuningsfondsen die bereid zijn om de helpende hand te bieden bij de verbouwing en renovatie van Museum Boijmans van Beuningen hebben cultuurwethouder Kasmi per brief herinnerd aan hun eerdere toezegging van januari 2020 en zeggen na vier jaar dat zij met spijt moeten constateren dat er geen enkel uitzicht is op een hoopgevend jaartal waarop het museum in vernieuwde staat kan worden heropend.
Voorwaarde waarop zij het museum te hulp schoten was dat hun gelden niet zouden worden besteed aan het renoveren in de breedste zin van het woord, maar aan een nieuwe toevoeging die Museum Boijmans van Beuningen op een nog hoger plan zou tillen. Ze zeggen zich zorgen te maken omdat het museum als blikvanger nu veel te lang gesloten is, maar ook omdat de collectie van wereldniveau op dit moment overal te zien is ‘’behalve waar die hoort: in Rotterdam.’’
‘’Treurig om te moeten vaststellen dat er een hele generatie opgroeit die niet van het bestaan van die collectie afweet en die ook niet met school, met ouders of zelf kan bekijken’’, aldus de Stichting Job Dura Fonds en STOER namens de andere negen fondsen.
Ze doen nu een beroep op het stadsbestuur van Rotterdam om een deel van het museum zo snel mogelijk te heropenen en ‘’toe te werken naar een goede ontsluiting.’’ De laatste toevoeging is waarschijnlijk een reprimande naar de verkeerswethouder, die midden in de stad met een GroenLinks-erfenis in z’n maag zit. Maar de verkeerswethouder heeft geen kopie van de brief gekregen. Wethouder Struijvenberg, die op de gemeentecentjes let, wel.