Er is iets mis bij de financiële uitvoering van het Lokaal Eigendomschap over hernieuwbare energie en voor de Rotterdammers zit de pijn in Rozenburg. Dat constateert de fractie van GroenLinks die maar al te goed weet dat bij de vergunningsverlening voor de windturbine is afgesproken dat Rozenburgers (*) tot 50% mede-eigenaren worden van die molens en meeprofiteren van de opbrengst. Maar in de praktijk blijkt daar weinig van terecht te komen.
Volgens raadslid Mina Morkoc ontbreekt elke garantie en is het in de praktijk zo dat slechts maximaal 20% van het eigenaarschap bij de Rozenburgers terechtkomt. Met haar daaraan gekoppelde nieuwsgierigheid of milieuwethouder Zeegers daarvan op de hoogte is?
Bovendien zou GroenLinks graag ook de basisafspraken willen inzien als de meedenksessies tenminste zijn vastgelegd, want ook daarover schijnt onduidelijkheid over te zijn. Reden voor GroenLinks om bij de ingezette research de hulp in te roepen van raadslid Van Wifferen. Niet alleen omdat zij – net als milieuwethouder Zeegers – van D66 is, maar óók omdat ze er een vaste gewoonte van maakt om minimaal één keer per maand door weer en wind vanuit het centrum van Rotterdam naar Rozenburg te fietsen. Ze is close met de Rozenburgers.
Morkoc en Van Wifferen hebben trouwens ook gehoord dat bij het drijvende zonnepark op de Slufter er nog steeds geen lijn bepaald is over zelfs de wenselijkheid van lokaal eigendom en dat dit ook niet opgenomen gaat worden in de gunningscriteria. Het niet meedoen door de bewoners met zo’n groot hernieuwbaar energieproject zouden zij dus een bloody shame vinden.
(*) Geldt ook voor de bewoners van Maassluis.