Rotterdammers horen de Nederlandse taal te spreken. Dat standpunt zal ongetwijfeld een rol gespeeld hebben bij het wegstemmen van de door de moslimpartij Denk ingebrachte motie waarin gevraagd werd te onderzoeken in hoeverre Rotterdamse radiostations en televisiezenders in staat en bereid zijn om te voorzien in programma’s gericht op laaggeletterden en licht verstandelijk beperkte Rotterdamse ouderen die niet in staat zijn om de flyers en de Stadskrant te lezen over veiligheid en weerbaarheid.

Raadslid Natascha Mohamed Hoesein vroeg hulp omdat er tijdens de coronacrisis geen trainingen hadden plaatsgevonden. ‘’Als ouderen zich onveilig voelen kan dit een belemmering zijn voor een actief sociaal leven en daarmee de kans op sociaal isolement kan vergroten’’, waarschuwde ze. ‘’We moeten de effecten van de lockdown zoveel mogelijk beperkt houden als het gaat om het veiligheidsgevoel van ouderen.’’

De trainingen die sinds de corona-uitbraak stagneren werden gehouden in de Huizen van de Wijk. Veiligheid was daarbij een belangrijk punt, zoals dat ook was vastgelegd in de Voortgangsrapportage Rotterdam Ouder en Wijzer. Reden waarom raadslid Mohamed Hoesein meer coulance had verwacht. Per slot van rekening gaat het bij oudere niet-westerse migranten slechts om de eerste generatie, die de taal niet onder de knie heeft gekregen. Hun kinderen en kleinkinderen spreken de Nederlandse taal wel. Toch vond haar voorstel geen genade. Wel bij Leefbaar Rotterdam en de andere oppositiepartijen. Opvallend genoeg niet bij de coalitiepartijen, die steun kregen van de PVV.