De verhoging van het dreigingsniveau in Rotterdam als gevolg van het opgelaaide conflict in Israël en de Palestijnse gebieden heeft geen directe invloed op preventieve en repressieve inzet. Door de gemeentelijke aanpak radicalisering, extremisme en polarisatie en de reeds bestaande maatregelen en alertheid vanuit de politie is het op dit moment niet nodig aanvullende maatregelen te treffen. Dat heeft burgemeester Aboutaleb laten weten naar aanleiding van de verontrusting bij de fractie van de VVD.

Aboutaleb baseert zijn antwoord op basis van het beeld dat Het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) daarover heeft, aangevuld door de rapportages van de inlichtingendiensten. Daarnaast kijkt het cluster Contra-Terrorisme, Extremisme en Radicalisering van de politie-eenheid Rotterdam voor de regionale context naar de vraag in hoeverre het regionale beeld overeenkomt met het landelijke dreigingsbeeld.

Het DTN geeft wel aan dat door het conflict in het Midden Oosten en koranschendingen in verschillende Europese landen en de oproepen tot aanslagen van terroristische organisaties, de dreiging vanuit het jihadisme is toegenomen. ‘’Het is voorstelbaar dat Nederlandse jihadisten of andere radicaal-islamitische personen geweld gebruiken. Daarnaast is de dreiging vanuit het rechts-extremisme en anti-institutioneel extremisme onverminderd aanwezig. In het regionale dreigingsbeeld zien we vergelijkbare ontwikkelingen. Ook bij ons eigen gemeentelijke Meld- en Adviespunt Radicalisering ontvangen we signalen van verschillende vormen van extremisme. Het gaat om gewelddadig jihadisme, rechtsextremisme en anti-overheidsextremisme’’, aldus Aboutaleb.

In de Rotterdamse aanpak REP zet de gemeente aan de ‘preventieve kant’ in op het vergroten van de weerbaarheid van Rotterdammers en het trainen van professionals om signalen van radicalisering en extremisme te herkennen en te melden.