Geen verboden Franse Moslimorganisaties in Rotterdam

22 November 2020, 18:02 uur
Politiek
mainImage
Pixabay
Rechts: burgemeester Aboutaleb en raadslid Büyükçifçi

Burgemeester Aboutaleb gaat niet in op het verzoek van het Rotterdamse Nida-raadslid Büyükçifçi om Franse Moslimorganisaties in Rotterdam onderdak te bieden nu ze in Frankrijk verboden zijn. Ook ziet hij geen reden om te intermediëren naar Den Haag, omdat – antwoordt hij Büyükçifçi per brief – ''Nida dit zelf al heeft gedaan.''

Het ging over het bieden van een toevluchtsoord aan – volgens Nida – aan ‘’mensenrechtenorganisatie als CCIF en liefdadigheidsinstelling Baraka City die nooit eerder rechterlijk zijn veroordeeld voor iets strafbaars.’’

‘’Het CCIF en Baraka City hebben ons niet verzocht hen een toevluchtsoord te bieden. Wanneer zij dat doen zullen wij hen hierop een antwoord geven’’, antwoordt Aboutaleb in zijn brief aan de fractie van Nida. Welk antwoord laat hij in het midden.

Het standpunt van raadslid Büyükçifçi is dat de twee organisaties slachtoffers zijn van de Franse heksenjacht op het ‘islamisme’ na de moord op de docent Samuel Party, waarvan Nida duidelijk zegt die ‘’gestoord en gruwelijk’’ te vinden.

‘’De Franse regering loopt in de val van extremisten. In plaats van als eenheid in diversiteit op rechtvaardige wijze gewelddadig extremisme aan te pakken, slaat ze met de botte bijl om zich heen. Achter elke boom ziet de regering een terrorist’’, verklaarde Büyükçifçi zijn verzoek.

‘’Alleen al in 2020 zijn in Frankrijk zeven aanslagen gepleegd waarbij zeven mensen werden vermoord en elf zijn verwond. Het college heeft geen oordeel over maatregelen die een buitenlandse overheid neemt die geen directe gevolgen hebben voor de Rotterdamse situatie. Wij hebben er echter begrip voor dat overheden organisaties onderzoeken die ervan worden verdacht aan te zetten tot haat, of de democratische rechtsorde ondermijnen en deze organisaties waar nodig verbiedt’’, aldus Aboutaleb.