Het gehakketak over het aantal sociale huurwoningen in Rotterdam steekt de kop weer op. Dat komt omdat de definitie uit het Woonakkoord, dat juist bedoeld was om dat als polariserend ervaren gedoe te stoppen, niet wordt gehanteerd in de nieuwe Woonvisie van wethouder Chantal Zeegers.
In die Woonvisie, die de gemeenteraad in maart behandelt, schrijft Zeegers dat de Rotterdamse woningcorporaties ongeveer 127.000 sociale huurwoningen hebben. Dat van begin 2020 daterende cijfer is afkomstig van de Maaskoepel, de federatie waarvan alle Rotterdamse corporaties lid zijn.
Senior advisor Ineke Mulder van de Maaskoepel laat weten de definitie uit het Woonakkoord niet te gebruiken. Haar uitleg: “Als Maaskoepel hebben we het Regioakkoord 2022 ondertekend waarin gemeenten onder andere biedingen hebben gedaan voor het aantal sociale huurwoningen in 2030. Als basis voor de biedingen is de startvoorraad, zoals becijferd door ABF (ABF Research (2021) Actualisatie studie Naar een meer evenwichtige Regio Rotterdam) ingevuld. Dit zijn inderdaad cijfers uit 2020. Voor het aantal sociale huurwoningen hanteren we als Maaskoepel de definitie uit het regioakkoord, Maaskoepel heeft leden in twaalf gemeenten. Als de Rijksdefinitie is vastgesteld verwacht ik dat de regio en de gemeenten in de regio zich daarop zullen aansluiten”.
Door deze handelwijze van de Maaskoepel én doordat Zeegers in haar Woonvisie terugvalt op cijfers uit genoemd regioakkoord, heeft de gemeenteraad van Rotterdam met zijn alom gewaardeerde en breed gedragen Woonakkoord niet voor elkaar gekregen dat die definitie van een sociale huurwoning in de Woonvisie is gaan gelden.
Om het nog wat ingewikkelder te maken: Jaap Rozema, burgerraadslid van de Partij voor de Dieren, ontdekte onlangs dat burgemeester en wethouders van Rotterdam bezwaar hebben gemaakt tegen een socialehuurwoningdefinitie, die de provincie Zuid Holland een paar maanden geleden heeft bedacht. Ook hebben B en W zich verzet tegen het voornemen van de provincie om te eisen dat minimaal tweederde van nieuwe bouwplannen voortaan betaalbaar moet zijn, waarvan de helft sociaal.
De gemeenteraad kreeg daar pas weet van de bezwaren van wethouder Zeegers daartegen nadat Rozema dat in de gaten kreeg. Er zijn inmiddels schriftelijke vragen gesteld door de Partij voor de Dieren, mede ondertekend door JOU (voorheen 50Plus), PvdA, SP, ChristenUnie, GroenLinks, Volt, CDA en Bij1.