Het is voor de gemeente Rotterdam vrijwel een onmogelijke opgave om – als er sprake is van zorgfraude rond persoonsgebonden budgetten – geld terug te vorderen. Het kan alléén als zowel de zorgaanbieder als de cliënt opzettelijk gefraudeerd heeft en dit kan worden aangetoond. Die dubbele opzet is een belangrijk obstakel in het terugvorderen van zorggelden, heeft zorgwethouder Buijt laten weten.

‘’Als bestuursrechtelijk niet kan worden teruggevorderd, dan zijn we aangewezen op een civiele procedure, waarbij een zware bewijslast geldt om aan te tonen dat er sprake is van zorgfraude. De procedures zijn kostbaar. Denk aan advocaatkosten en kunnen soms jaren duren. Als er dan uiteindelijk een uitspraak is of er is een schikking bereikt, moet er ook nog wat te halen zijn’’, aldus Buijt, die maar al te goed weet dat foute zorgaanbieders zich niet zelden failliet laten verklaren, ‘’met als gevolg dat we alsnog met lege handen staan.’’

De strafrechtelijke aangifte bij het OM is ook lastig. De realiteit is namelijk dat zij zeer beperkte capaciteit hebben om zorgfraude op te pakken en alleen de hele grote zaken aannemen, waar het om miljoenen gaat. ‘’Voor de kleinere zaken/vorderingen van bijvoorbeeld een paar ton is helaas geen capaciteit.’’

Buijt bestrijdt echter dat Rotterdam een fraude paradijs is. ‘’We lopen in Nederland, samen met een paar andere gemeenten (waaronder Almelo) voorop in de aanpak van zorgfraude.’’