De Raad van State gaat op 1 september met een afvaardiging van het Rotterdamse stadsbestuur (in elk geval D66-bouwwethouder Zeegers, topamtenaren en gemeenteadvocaten) in zitting over de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Feyenoord City. Rotterdam heeft de Raad van State gevraagd het bestaande bestemmingsplan te handhaven - ondanks het (voorlopige?) nee van de bedrijfstak betaald voetbal van Feyenoord om een nieuw stadion te bouwen – om daarmee de kern van de gebiedswoningbouw te behoeden voor een jarenlange achterstand.

Een van de argumenten die de gemeente Rotterdam daarbij gebruikt is dat een nieuw stadion weldegelijk financieel haalbaar is. Gemeenteadvocaat PelsRijcken schrijft dat aan de Raad van State, niet alleen namens het college van B&W, maar ook namens de gemeenteraad. Daar wringt wel een schoen, omdat de politieke partijen in de gemeenteraad die tegen een nieuw stadion zijn die woorden van PelsRijcken niet ondersteunen. Ze zullen dit in de komende overlegvergadering aan de kaak stellen. Bovendien heeft ook Leefbaar Rotterdam – nu coalitiepartij – al voor de verkiezingen in maart van dit jaar een duidelijke streep gezet onder de nieuwbouwplannen met toen een deadline.

Politieke tegenstanders van de nieuwbouw spreken over een ‘’juridisch paniekbrief’’ van PelsRijcken.

De Raad van State heeft ook de vertegenwoordigers van Feyenoord City en de directie van de N.V. Stadion Feyenoord uitgenodigd voor dat gesprek. De directie van de bedrijfstak betaald voetbal wordt niet genoemd.