In de zomerperiode draaien er per dienst 10 tot 15 BOA's mee met de RET-diensten, maar dan buiten. En gemiddeld worden er per dag 36 BOA's ingezet. Daar bovenop zijn de OV-surveillanten, servicemedewerkers en tientallen tramconducteurs gericht op de veiligheid in het openbaar vervoer. Buiten de zomerperiode, wanneer de RET vaker rijdt, zijn er meer BOA’s actief: gemiddeld 40 per dag.

Volgens verkeerswethouder Karremans vallen deze cijfers binnen de afgesproken normen, die in de concessieafspraken tussen MRDH en RET zijn opgenomen over de minimale waardering van de sociale veiligheid en het maximaal percentage zwartrijders.

Karremans is ervan overtuigd dat een efficiënte inzet en voldoende capaciteit van BOA’s aan de tevredenheid bij de RET heeft bijgedragen. ‘’Wel zien we dat, net als op veel plekken in de samenleving, RET last heeft van de krapte op de arbeidsmarkt en dat niet alle vacatures zijn vervuld. De RET zet dan ook vol in op werving en opleiding, onder andere met het laten doorgroeien van deels door de gemeente gesubsidieerde OV-surveillanten naar volwaardige BOA's.’’

De getalsterkte van de BOA's die controles uitvoeren in het openbaar vervoer kwam ter sprake na kritische vragen van Leefbaar Rotterdam, dat met het beeld leefde dat de BOA's met weinig mensen een ongelofelijk groot oppervlak moeten patrouilleren.