Gezamenlijk antisemitisme bestrijden, gaat wethouder iets te ver

9 April 2025, 17:31 uur
Politiek
mainImage
Inzet: onderwijswethouder Kasmi

Het stadsbestuur gaat met de Erasmus Universiteit, (hoge)scholen en Joodse studentengroepen in gesprek over de toenemende gevoelde onveiligheid bij Joodse en Israëlische studenten als daar behoefte toe is. Bovendien heeft het kennis genomen van het rapport "Onveilige Ruimtes: De Opgang van Antisemitisme in de Nederlandse Academische Wereld", dat raadslid Becker van de VVD ter lezing had aanbevolen. Dat een groot deel van de Joodse en Israëlische studenten en medewerkers zich onveilig voelt op de campus is inmiddels genoegzaam bekend.

In 2023 en 2024 hebben al eerder gesprekken plaatsgevonden tussen de Jewish Student Association en de toenmalige burgemeester Aboutaleb en wethouder Achbar. Later ook met burgemeester Schouten, maar om ‘’gezamenlijk krachtig het antisemitisme te bestrijden’ - waar de VVD om vroeg - dat vindt de verantwoordelijke onderwijswethouder Kasmi wel erg algemeen geformuleerd. ‘’Het stadsbestuur staat open om uit eerste hand hun ervaringen en zorgen te vernemen en relevante punten voor de gemeentelijke inzet mee te nemen, ook bij andere studentengroepen’’, zegt hij in zijn eigen woorden.

Onderdeel van de oproep van Becker tot krachtige bestrijding was de publicatie van een enquête, waaruit bleek dat 63,4% van de ondervraagde Joodse en Israëlische studenten en medewerkers een zekere mate van gevaar ervaart op hun universiteit en dat 51,8% dit omschreef als matig tot ernstig. Waarop Kasmi  kort antwoordde: ‘’Dit zijn somber stemmende cijfers.’’

Daarna uitgebreider: ‘’Het college zet in op gerichte actie en (na)zorg als prioriteiten bij incidenten rond antisemitisme. We vertrouwen daarbij op een sterk samenlevings- én veiligheidsbeleid. Kennis van de dreiging van antisemitisme is aanwezig bij de directie Veilig, Samenleven (MO) en het lokale antidiscriminatiebureau RADAR waar de gemeente nauw mee samenwerkt. Wij zien dit als een goede basis om met signalen- en meldingen van antisemitisme in Rotterdam om te gaan’’, waarna Kasmi eraan toevoegt: ‘’De aanbeveling tot zo’n beleid in het artikel is overigens gericht aan universiteiten en hogescholen en niet aan gemeenten. Navraag leert dat ook zij wat beleid betreft hechten aan een sterke basis van een diversiteitsbeleid.’’