Goed nieuws voor woonwethouder: Flexwoningen tellen mee als sociaal

24 December 2024, 19:47 uur
Politiek
mainImage
Gemeente Rotterdam
Wethouder Zeegers

Goed nieuws voor Chantal Zeegers! De Rotterdamse wethouder voor bouwen en wonen kan flexwoningen, gebouwd door woningcorporaties, gewoon optellen bij de sociale voorraad. Dat komt haar goed uit. Daarmee snoert zij linkse partijen, die altijd maar klagen over een tekort aan sociale huurwoningen, de mond. Door het meetellen van te bouwen flexwoningen bereikt de wethouder bovendien eerder haar streefdoel om minimaal 20 procent van de nieuwbouw in het sociale segment te realiseren. Gemopper van links zou zodoende plaats moeten maken voor loftuitingen. 

De 'steun' voor Zeegers komt van Aedes.  Op de vraag of flexwoningen nepsociaal zouden zijn, antwoordt woordvoerder Ernst Koelman van de koepelorganisatie van woningcorporaties met: "In het wetsvoorstel Versterking Regie Volkshuisvesting zijn criteria opgenomen voor sociale huurwoningen. Als een huurwoning van een niet-corporatie hieraan voldoet, dan telt deze mee als echte sociale huur. Dit geldt ook voor flexwoningen. Een huurwoning in beheer bij een toegelaten instelling en vallend onder de diensten van algemeen economisch belang (DAEB), telt per definitie mee als echte sociale huur. Hier vallen flexwoningen ook onder. Flexwoningen (zeker van corporaties) zijn dus niet nepsociaal".

Aedes sluit derhalve niet uit dat óók flexwoningen van niet-toegelaten instellingen tot de sociale voorraad kunnen behoren. Dat kan het percentage sociaal nog eens extra opschroeven. (Voorwaarde is natuurlijk wel dat ze niet nepsociaal zijn) 

In juni 2022 zei Zeegers nog dat flexwoningen, waarvan de gemeente er 2000 wil neerzetten, niet meetellen als sociale huurwoning. Dankzij die toezegging kreeg zij toen groen licht van de gemeenteraad om de eerste 700 flexwoningen een plek in de stad te geven. 

Bij het Centraal Bureau voor de Statistiek is men overigens nog aan het puzzelen hoe om te gaan met flex. In de Woonbase van het CBS moet dat soort woningen een plek krijgen. Maar welke dat gaat worden, is nog onbekend. Een woordvoerder van het CBS zegt daarover: "Flexwoningen kunnen we nu nog niet goed onderscheiden in de Woonbase". 

Het gepuzzel kan best nog eens wat hoofdbrekens kosten. Dat komt omdat flexwoningen niet aan de definitie van sociale huurwoningen voldoen. Een instandhoudingstermijn van 25 jaar is  een hele kluif voor flexwoningen, die minimaal 15 jaar moeten blijven staan.