Raadslid Joey de Waard van Leefbaar Rotterdam vindt het heel raar dat het provinciebestuur van Zuid Holland bij wijze van proef gratis openbaar vervoer wil realiseren tijdens daluren voor de minima, maar dat de regio Rotterdam dan buiten de boot valt.
De Waard bekeek die humanitaire offerte, sliep er een nachtje over en dacht waarschijnlijk: dit is nu een bewijs hoe men bij de overheid schaamteloos langs elkaar heen blijft werken, zoals Pim Fortuyn dat al dertig jaar geleden opmerkte in zijn columns in Elsevier. De Waard schreef er een pittige brief over naar de Rotterdamse verkeerswethouder en kreeg gelijk.
‘’Ik kan me de verbazing voorstellen’’, antwoordde Pascal Lansink-Bastemeijer, ‘’want deze situatie vloeit logisch voort uit de wijze waarop het stad- en streekvervoer in Nederland is georganiseerd, middels de Wet Personenvervoer 2000. De MRDH is de vervoerautoriteit voor het MRDH-gebied. En de Provincie Zuid-Holland uitsluitend voor de rest van de provincie, die qua vervoeromvang ruim kleiner is dan het MRDH-gebied. Als vervoerautoriteiten zijn MRDH en PZH nevengeschikt met een eigen begroting en beleidsruimte. Over het MRDH-gebied heeft PZH als vervoerautoriteit geen zeggenschap.’’
De MRDH kan zich de gratis vervoergeste niet permitteren. Dat is enkele jaren geleden al eens berekend. Alleen al voor de minima in Rotterdam zouden de kosten hiervoor startten bij 11 miljoen euro per jaar. Onhaalbaar.