Beetje voor beetje keert Rotterdam in haar horecabeleid terug naar de oude burgemeesterstijden van Opstelten, Peper en Van der Louw. Het wordt allemaal iets soepeler na Aboutaleb, die weinig connectie had met het uitgaansleven. Dat geldt niet voor horecawethouder Simons, die nu al twee jaar aan het upgraden is. De nieuwste maatregel is dat horecaondernemers die een groter terras willen sneller bij de instanties terecht kunnen. Voorheen was het een doolhof. 

Officieel is het zo dat initiatieven voor gezamenlijke terrassen waar draagvlak voor is bij andere ondernemers en bewoners, vanaf nu sneller in behandeling worden genomen. Het is nog niet een enorme vooruitgang - buurtprotesten blijven uiteraard geldig - maar het is wel een opmaat. Bovendien zit er controle op, want jaarlijks moeten de nieuwe aanvragen gerapporteerd worden met daarbij de lijsten van cafés die positief of negatief zijn beoordeeld.

‘’Duidelijkheid is belangrijk omdat onzekerheid niet bijdraagt aan verlevendiging én duurzame investeringen in de terrasruimte en de omgeving’’, vond Leefbaar-raadslid Geert Koster. ‘’En meer ruimte geeft ook meer rust en bovendien draagt het bij direct bij aan meer omzet.’’ Dat vond de meerderheid van de gemeenteraad ook.

Er waren enkele tegenstemmers. De Jongere Ouderen Unie steunde haar ouderen voor wie grotere terrassen een blokkade is. Ook het nee van de ChristenUnie was verklaarbaar; ook die partij heeft – net als Aboutaleb - geen click met vertier. Maar het verzet van de SP, Partij voor de Dieren en GroepDe Jong bleef een raadsel.