‘’Hoeveel signalementen van betalingsachterstanden via vastenlastenpartners heeft de gemeente ontvangen, en hoeveel contactpogingen heeft zij vervolgens ondernomen in 2023?’’

Rotterdam is dat aan het uitzoeken. Terwijl de Partij van de Arbeid in Rotterdam vindt dat de tijd dringt. Zeker naar aanleiding van het rapport van de nationale ombudsman met als veelzeggende titel: hoe eerder, hoe beter. Daarin wordt bepleit dat gemeenten meer moeten doen om mensen met schulden proactief te helpen. De ombudsman roept daarbij op tot meer persoonlijk contact. 

Raadslid Reitema merkt echter op dat de realiteit is dat het veel gemeenten niet lukt om burgers te bereiken. Vooral jongeren niet. ’’Terwijl het onderzoek bevestigt dat ‘burgers met (dreigende) problematische schulden via vroegsignalering door gemeenten kunnen worden bereikt én geholpen. Zelfs als burgers een hulpaanbod vanuit vroegsignalering niet (direct) accepteren, zijn zij wel te weten gekomen dat hun gemeente zowel financiële als niet-financiële hulp kan bieden’’, aldus Reitema, die inmiddels weet hoe Arnhem dit aanpakt: met kwijtschelding.

Vroegsignalering is volgens de ombudsman een taak van gemeenten. ‘Een gemeente moet uit eigen beweging (schuld)hulpverlening aanbieden aan burgers, als zij van een vastelastenpartner een signaal ontvangt over betalingsachterstanden. (…) Als een gemeente een signaal ontvangt, moet zij binnen maximaal vier weken (28 kalender dagen) contact opnemen met de burger en een gesprek aanbieden.’

In het rapport wordt geadviseerd om vroegsignalering goed te registreren, zodat deze ook geëvalueerd kan worden.