door Jan D. Swart
GroenLinks wil dat Rotterdam de nummer één fietsstad van Nederland wordt. Maar het heeft op weg naar die trofee één groot probleem: hun fietsen worden gestolen.
Raadslid Jeroen Postma is helemaal van slag, want dat betekent een driedubbel probleem. Fietsdiefstal leidt er namelijk toe, zegt hij, dat mensen uit voorzorg goedkopere, slechtere, onveiligere en oncomfortabelere fietsen kopen en nog erger: in plaats van de fiets het openbaar vervoer of de auto pakken.
‘’Met name voor mensen met een laag inkomen is het risico op fietsdiefstal een belemmering om te fietsen. En het gaat om grote aantallen. In 2020 werden in Rotterdam ruim 4.000 fietsdiefstallen geregistreerd. En dat is nog maar het topje van de ijsberg’’, zegt Postma, ‘’omdat lang niet iedereen aangifte doet van een gestolen fiets.’’
Echt verwonderlijk vindt hij dat niet, omdat van alle geregistreerde fietsdiefstallen in Rotterdam maar 3,2% wordt opgelost. Het effectief tegengaan van fietsendiefstal vraagt volgens GroenLinks dan ook om een offensief dat zich richt op preventie, het vergroten van de aangiftebereidheid en het opsporen van daders.
Postma wil daarom meer fietsnietjes, meer bewaakte stallingen, zeker bij ov-knooppunten, meer bekendheid geven aan die gratis stallingen en hoopt samen met fabrikanten en Rotterdamse fietsenmakers meer fietsen te kunnen laten ‘chippen’ zodat diefstal minder aantrekkelijk wordt en fietsen na diefstal eenvoudiger teruggevonden kunnen worden.