‘’In 2019 zou Staatsbosbeheer maar liefst voor 25 miljoen euro aan hout hebben verkocht’’, schrijft de Rotterdamse D66-fractievoorzitter Chantal Zeegers met bibberend handschrift, want ze is boos of geschrokken. Vooral omdat het recreatiegebied de Rottemeren een lucratief gebied schijnt te zijn en beheerd wordt door de zaagafdeling van Staatsbosbeheer. Dat zegt Zeegers niet. Dat denkt ze. Wel noemt ze de Rottemeren vanuit hartstocht ‘’een van de groene parels uit de stad.’’

Zeegers – zelf opgegroeid temidden van de bomenschoonheid van de Krimpenerwaard – heeft het stadsbestuur van Rotterdam om te beginnen gevraagd of er inderdaad een onverantwoorde kaalslag rond de Rottemeren heeft plaats gehad en zo ja, of er rekening is gehouden met een groene en biodiverse buitenruimte?

Benieuwd is ze ook hoeveel bomen er in de afgelopen jaren gekapt zijn in dat gebied en hoeveel Staatsbosbeheer eraan heeft verdiend. Niet alleen met de verkoop van hout, maar inclusief houtsnippers.

De gemeente Rotterdam heeft in 2019 naar aanleiding van vragen van GroenLinks de bomenkap laten evalueren door de universiteit van Wageningen. Een van de bevindingen was een dunningsachterstand. “Maar op welke wijze worden bewoners en milieuorganisaties betrokken bij het vaststellen van de mate waarin deze achterstand er daadwerkelijk is en bij de noodzaak van verdere dunningswerkzaamheden?'', en omdat ook dit een teer onderwerp is krijgt ze in de Rotterdamse raad steun van onder andere de PvdD, GroenLinks en Nida. 

Opvallend detail in de boze brief van Zeegers: ‘’Een dag voor dit schrijven heb ik geconstateerd dat een machine dwars over struikvegetatie reed.’’