‘Ik was vroeger stiekem Pim Fortuyn-fan’

25 February 2022, 22:00 uur
Politiek
mainImage
Dennis Tak (PvdA)

DENNIS TAK, Partij van de Arbeid-raadslid sinds 2018, 36 jaar, getrouwd, vader van dochter Isabelle (4 maanden).
Opleiding: MBO Grafisch Lyceum Rotterdam (3D Animation & Games), HBO (International Business), Master Eramus Universiteit (Finance & Investments).
Beroep: Bankier.
Om wie kun je lachen: Hans Teeuwen, ik hou van grove humor.
Hekel aan: Bureaucratie.
2e Politieke Partij (na PvdA): Dat was altijd D66, maar tegenwoordig misschien eerder Volt.
Favoriete PvdA-politicus: Wim Kok.
Favoriete niet-PvdA-politicus: Franklin D. Roosevelt. 
Feyenoord, Sparta of Excelsior: Feyenoord als ik moet kiezen, maar ik kijk nooit voetbal. Ook niet naar andere clubs (het WK overigens wel).
Favoriete Feyenoorder: Geen idee dus.
Grootste ergernis: Verkeershufters.

1. Bent u raadslid uit bevlogenheid of is het ook (een beetje) carrieredrift?
''Bevlogenheid. Ik volg de politiek al sinds ik jong ben, maar heb me lang voorgenomen om er niet zelf in te gaan. Het werk bij de Rabobank doe ik met veel plezier en het is een goede omgeving om je professioneel te ontwikkelen. Politiek moet je echt voor je idealen doen. Het is namelijk knetterhard werken in een systeem dat flink aan vernieuwing toe is (en misschien niet zo meer van deze tijd is). Je mag best weten dat ik mezelf wel eens de vraag heb gesteld of de politiek wel iets voor mij is, vooral omdat hoe dingen werken best ouderwets is. Alleen het is precies die motivatie om het anders te doen, Rotterdam stukje bij beetje te veranderen. Dat drijft me om ervoor te gaan. Als je een idee hebt hoe het anders kan dan moet je het ook zelf doen. Waar ik in de politiek namelijk het meest van kan genieten is wanneer je voor mensen in onze stad een probleem kunt oplossen. Wanneer je als raadslid echt het verschil maakt. Dat is mijn passie.”

2. Wanneer is een Rotterdams raadslid een echte Rotterdammer?
“Iedereen die hier woont is een echte Rotterdammer. Dat je ergens anders geboren bent of buiten Rotterdam opgroeide, is niet maatgevend voor de kwalificatie waarop in deze vraag wordt gedoeld. Ik zeg altijd maar zo: de haven van Rotterdam is mede groot geworden door Brabanders. Die eerst voor hun werk naar de stad kwamen en vervolgens op Zuid neerstreken. Ik kom zelf uit Oud Gastel (West Brabant), maar mijn vader bouwt bruggen en hield kantoor aan een mooie singel in Rotterdam. Daar woon ik nu zelf. Ik bedoel maar: het zou erg bekrompen zijn om een raadslid in Rotterdam pas een echte Rotterdammer te noemen als z'n eigen wortels en die van z'n ouders hier liggen. Het gaat om iemands liefde voor onze stad.

Op het Grafische Lyceum heb ik de stad pas echt leren kennen. Dat was midden in de Pim Fortuyn-revolutie. Ik heb zelfs nog wel eens iemand van Leefbaar Rotterdam voor een schoolopdracht geïnterviewd in die tijd. Nu vind ik het wel jammer dat ik niet meer weet wie het was. Als de Fortynist het zelf nog weet hou ik me aanbevolen. Het was ook een tijd waarin ik mezelf nog politiek aan het ontwikkelen was. In die tijd was ik zelf stiekem ook wel een fan van Pim Fortuyn. Ik kon echt van hem genieten in het debat. Grappig genoeg was Leefbaar economisch toen een stuk linkser dan tegenwoordig. Dat is begrijpelijk want Fortuyn was zelf een oude communist. Dat verzet tegen de gevestigde orde sprak mij aan, ik was zelf toen ook aardig tegendraads. Later na mijn studie aan de EUR ben ik hier blijven hangen omdat het zo tof is dat we hier nog echt aan het bouwen zijn. Weet je, ik denk altijd dit is de stad van de toekomst. Wat wij hier doen is richtingevend voor heel Nederland.”

3. Wat zou u aan de stad veranderen als u het ondemocratisch helemaal alleen voor het zeggen had?
“Per direct een basisinkomen invoeren voor iedereen. Dan zijn we in één klap van alle bureacratie verlost en spelen we miljarden vrij om mensen een hogere uitkering te geven. Ik geloof dat ongeveer een kwart van alle kosten die we maken in de bijstand gaan naar de uitvoering. Iedereen in Nederland heeft recht op een goed bestaan, hoe nou makkelijker te regelen dan met een basisinkomen.”