Ellen Verkoelen raadslid van de Jongere Ouderen Unie loopt regelmatig door de straten van Rotterdam, maar iets valt haar telkens op. “Als er beelden staan van mensen bij naam, dan zie je beelden van mannen. Grote namen, historische figuren. Wel meer dan 50. Maar waar zijn de vrouwen? Er zijn maar 5 beelden van vrouwen bij naam.” Dit vormde het begin van een campagne die uitmondde in een voorstel dat deze week aan wethouder Kasmi van cultuur is aangeboden: Vrouw in Beeld.
Ze spreekt met kalme overtuiging, maar de boodschap is krachtig. “De stad is van iedereen, maar dat zie je niet terug in de openbare ruimte. De verhalen van vrouwen zijn er wel, maar ze zijn te weinig verankerd in het straatbeeld.” Met dit initiatief wil Verkoelen daar verandering in brengen. Niet alleen door één standbeeld op te richten, maar door structureel werk te maken van representatie.
Dat de campagne juist nu op gang kwam, is geen toeval. 2025 is door de gemeente Rotterdam uitgeroepen tot het Jaar van de Vrouw — een periode waarin vrouwelijke kracht, verhalen en initiatieven extra zichtbaar worden gemaakt. “Het voelde als het perfecte moment,” zegt Verkoelen. “We wilden dit momentum benutten om ook fysiek iets blijvends achter te laten in de stad.” De timing versterkte het draagvlak, want veel Rotterdammers voelden zich door het overkoepelende thema aangesproken om mee te denken en mee te doen.
De aanleiding was simpel en confronterend. Van de ruim 550 standbeelden in Rotterdam zijn er slechts enkele gewijd aan vrouwen bij naam. “Dat zegt iets over wat we belangrijk vinden als stad,” zegt Verkoelen. “Het is niet alleen een kwestie van historie, maar ook van symboliek. Standbeelden bepalen mede het collectieve geheugen.” Daarom startte ze, namens de ouderenpartij, een nominatiecampagne. Rotterdammers konden via een speciale website hun favoriete Rotterdamse vrouw aandragen voor een standbeeld.
De reacties waren overweldigend. Honderden mensen deelden hun ideeën en verhalen. Bekende namen als Loes Luca en Neelie Kroes kwamen voorbij, maar ook onbekende vrouwen die van grote betekenis zijn voor hun buurt of gemeenschap. “Dat vond ik het mooiste,” vertelt Verkoelen. “Niet alleen de geschiedenis kreeg een gezicht, maar ook het heden.”
Het voorstel dat nu bij de gemeenteraad ligt, bepleit de realisatie van een eerste standbeeld van een Rotterdamse vrouw in 2026. Daarnaast bevat het suggesties om bij nieuwe kunstprojecten en straatnaamgeving actief te sturen op diversiteit. “Dit is geen losse actie,” benadrukt Verkoelen. “Het gaat om een cultuurverandering.”
De praktische kant is echter niet eenvoudig. Sinds het afschaffen van de percentageregeling in 2005 is er geen structureel gemeentelijk budget meer voor kunst in de openbare ruimte. Daardoor zijn nieuwe beelden afhankelijk van fondsen, giften of politieke steun. “Dat maakt het lastig, maar niet onmogelijk. Waar een wil is, is een weg,” zegt ze vastberaden.
Voor Verkoelen draait het uiteindelijk om erkenning. “Als meisjes opgroeien in een stad waar alleen mannen op sokkels staan, krijgen ze een beperkt beeld van wie er toe doet. Een standbeeld is meer dan steen of brons; het is een boodschap. Aan vrouwen. Aan de stad. Aan de toekomst.”
Ze glimlacht even. “En hopelijk fiets ik over een paar jaar met mijn kleinkinderen langs een beeld van een vrouw en denken we: ja, die hoort hier. Dit is ónze stad.”