Rotterdamse wijkagenten doen niet aan structurele huis-aan-huis communicatie of visitatie. In plaats daarvan verspreidt de gemeente Rotterdam eens in de zoveel tijd een informatiefolder. Het voornemen om huis-aan-huis aan te bellen is in de uitvoering problematisch gebleken en om die reden bij de korpsleiding van de Nationale Politie op bezwaren gestuit. Dit geldt ook voor de kennismaking met nieuwe wijkagenten.

Volgens de Politiewet zijn er 5.000 huisadressen voor iedere wijkagent. Het fysiek kennismaken met de bewoners van elk huisadres zou zodanig tijdrovend zijn dat andere taken eronder zouden gaan lijden, laat burgemeester Aboutaleb weten aan de fractie van Leefbaar Rotterdam die hierover schriftelijke vragen had gesteld. ‘’Door het dagelijkse werk in de wijk is de politie over het algemeen goed in staat om te bepalen op welke wijze zij contact kan onderhouden met de bevolking; met welke groepen en in welke frequentie. Ik ben mij ervan bewust dat de zichtbaarheid en het laagdrempelige contact met de politie belangrijke onderwerpen zijn’’, aldus de burgemeester.

Agenten gebruiken voortdurend verschillende manieren om in contact te komen met burgers in hun wijk: koffie met een cop, pop-up bureaus, spreekuren, rent-a-cop. Veel agenten maken volop gebruik van de mogelijkheden van sociale media (twitter, whatsappgroepen, facebook). ‘’Dit wordt ook gestimuleerd binnen de politieorganisatie door bijvoorbeeld een toolbox aan te bieden waarin de verschillende mogelijkheden worden geschetst. In veel wijkhubs. Maatwerk in communicatie blijkt het meest effectief’’, zegt Aboutaleb. ‘’Zo zijn jongeren over het algemeen het beste te bereiken via sociale media, terwijl ouderen beter bediend kunnen worden door fysiek langs te gaan of via posters in verpleeg- en zorginstellingen.’’