Op reguliere Rotterdamse scholen is maatwerk voor visueel gehandicapte kinderen niet altijd realiseerbaar. Die aandacht zou beter moeten vindt ook onderwijswethouder Said Kasmi, die na een incident met een weggestuurde slecht ziende jongen heeft moeten vaststellen dat het soms in het belang van het kind is om inderdaad een alternatief te zoeken.

Dat alternatief is lokaal de Visioschool waarop 110-120 leerlingen, afkomstig van 40 gemeenten in Zuidwest Nederland zitten. Landelijk bestaan er de Barthimeusscholen. ‘’Omdat de totale groep slechtziende en blinde leerlingen (3500 leerlingen 4- 21 jaar) in Nederland relatief klein is, blijft de wens tot maatwerk een voortdurend punt van aandacht’’, heeft Kasmi geantwoord op de vragen van Denk-raadslid Soytekin.

Toch gaat in Nederland 82% van de 3.500 slechtziende kinderen (van 4-21 jaar) naar alle vormen van regulier onderwijs. Dat heeft ook de voorkeur van Kasmi en daar zijn bovendien procesafspraken over gemaakt. ‘’Een leerling met een visuele beperking van minder dan 30% krijgt een indicatie voor onderwijs voor het zogenaamde cluster 1 onderwijs: jeugdigen met een visuele beperking. En bij plaatsing op een reguliere school een arrangement voor begeleiding. De school, de toegewezen ambulant begeleider van Visio, de ouders en de leerling maken vervolgens afspraken over dat arrangement. Elk jaar wordt het budget en het arrangement gemonitord en opnieuw vastgesteld’’, aldus Kasmi, die ha gehoopt dat dit afdoende zou zijn.

Niettemin vindt de directie van Visio dat dit niet (meer) past bij wat de jongere nodig heeft of wat de school kan bieden.