Het val (middenstuk) van de Hef mag per jaar in totaal maximaal twee keer voor commerciële doeleinden weggehaald worden. Dat heeft het stadsbestuur van Rotterdam besloten naar aanleiding van het eerdere verzoek van de scheepswerf Anco in Alblasserdam voor een doorvaart van een megajacht. Twee keer: ongeacht wie de aanvrager is. Dat kan dus ook Rijkswaterstaat zijn.

Als er meerdere aanvragen zijn in één jaar, dan treden aanvragers met elkaar in overleg onder regie van de gemeente om mogelijkerwijs meerdere doorvaarten per uitname te realiseren. Indien noodzakelijk kan de uitnametermijn van het val van maximaal drie weken in dat geval worden aangepast.

De inhoud van de bovengenoemde overeenkomst is afgestemd met de scheepswerven Oceanco, IHC en Hollandia en geldt voor vijf jaar.

De volledige financiering van het project komt steeds voor rekening van de aanvrager. Ook de eventuele kosten met betrekking tot gevolgschade aan de Hef en verder is de gemeente niet aansprakelijk voor enige vorm van schade. Werf en uitvoerder sluiten verzekeringen af die door de gemeente beoordeeld moeten worden.

Het val van de Hef (uit 1927) moet uiterlijk binnen drie weken na het uithalen ervan teruggeplaatst zijn. Het economisch belang voor de bedrijven en regio die afhankelijk zijn van een doorgang in de vorm van werkgelegenheid is groot. Niet meewerken aan een verzoek tot uitname van het val zou betekenen dat er een alternatieve locatie aan de west kant van de Hef gebruikt moet worden. Dit zorgt volgens het stadsbestuur voor een aanzienlijke stijging van de kosten, waardoor de concurrentiepositie verslechterd wordt en het lastig is om het werk te behouden.