Demissionair minister Ollongren wil dat Rotterdam studentenkamers en woonunits voor expats niet langer meetelt bij de voorraad sociale huurwoningen. Dat betekent voor de gemeente dat bijvoorbeeld de Lee Towers (880 huureenheden boven de 750 euro) en Our Domain (met circa 300 eenkamerstudio's van boven de 750 euro) niet meer als sociale huurwoning mogen beschouwd.

In antwoord op Kamervragen van Sandra Beckerman van de SP schrijft de minister: "Ik acht het wenselijk en het ligt voor de hand om studentenwoningen als aparte categorie mee te tellen in de monitoring van de bouw van sociale huurwoningen en het los te bezien van de behoefte aan reguliere sociale huurwoningen".

Het standpunt van Ollongren houdt in dat de minister vindt dat Rotterdam ermee moet stoppen om mooi weer te spelen met haar becijfering van de sociale voorraad. De gemeente doet de zaken sinds vorig jaar mooier voor dan ze zijn door ruim 1250 woningen met huren tussen de 750 euro en 2000 euro in te delen in de categorie 'gerealiseerde sociale woningbouw'.

Daarmee kan VVD-wethouder Bas Kurvers naar buiten toe verkondigen, dat Rotterdam ruimschoots voldoet aan het streven om 900 sociale huurwoningen per jaar te bouwen. Dat terwijl de Rotterdamse woningcorporaties de afgelopen jaren niet verderkwamen dan een productie van 305 sociale huurwoningen.

Ook het toerekenen van een project als de op Zuid gelegen Startmotor (560 eenpersoonsunits) tot de sociale voorraad zou niet door de beugel kunnen.
De minister vindt het onjuist als een gemeente geen onderscheid maakt tussen studentenwoningen en sociale huurwoningen. En deze dus op één hoop gooit.

Ollongren: "Daarom moedig ik gemeenten aan om dit onderscheid te maken zodat zij meer sturingsinformatie hebben. De beslissing over de wijze van monitoring door gemeenten wordt op lokaal gemaakt".

Beckerman is niet ontevreden over de stellingname van de minister. Het Kamerlid gaat ervanuit dat het in Rotterdam leidt tot een aanpassing van de voortgangsrapportage over het woningbouwbeleid in de Maasstad.