De gemeenteraad van Rotterdam heeft ingestemd met het initiatiefvoorstel van VVD-fractievoorzitter Dieke van Groningen om het Nationaal Vuurwerk op de Erasmusbrug ook in de toekomst mogelijk te maken. Daarmee is het iconische Rotterdamse evenement een stap dichterbij.

“Het Nationaal Vuurwerk is méér dan een mooie show. Het is een veilig, feestelijk en verbindend evenement waar jaarlijks tienduizenden Rotterdammers en miljoenen Nederlanders van genieten. Ik ben trots dat we dit nu op een nieuwe, moderne manier kunnen voortzetten: voor én door Rotterdammers,” aldus Dieke van Groningen.

Sinds 2025 wordt het Nationaal Vuurwerk niet langer gesubsidieerd door de gemeente. Met het aangenomen voorstel gaat er een onafhankelijke stichting worden opgericht. Deze stichting kan donaties ophalen bij bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties die zich verbonden voelen met het evenement.

De gemeente ondersteunt de stichting met kennis, kunde en een eenmalige bijdrage voor de opstartkosten. De nieuwe aanpak zorgt ervoor dat het vuurwerk geen structurele last meer is op de gemeentelijke begroting — en biedt ruimte voor betrokkenheid en eigenaarschap vanuit de stad zelf.

Verantwoord én toekomstbestendig

De VVD ziet dit als een belangrijke stap in financieel krappe tijden. Door het vuurwerk onder te brengen in een publiek-private samenwerking, blijft het evenement behouden zonder dat er nieuwe lasten ontstaan voor Rotterdammers.

Ook biedt deze opzet ruimte voor uitbreiding. Als er voldoende draagvlak is, kunnen ook het Kindervuurwerk of een vuurwerkshow in bijvoorbeeld Nesselande worden georganiseerd onder dezelfde vlag.

Veilig alternatief voor vuurwerkverbod

Nu een landelijk vuurwerkverbod steeds waarschijnlijker wordt, onderstreept de VVD het belang van een gecontroleerd, professioneel alternatief. ‘’Het Nationaal Vuurwerk vermindert de kans op schade, letsel en overlast en biedt bewoners een gezamenlijk, veilig moment om het nieuwe jaar in te luiden. Dit initiatief laat zien hoe je als stad, samen met bewoners en bedrijven, iets moois kunt behouden. Geen subsidiepolitiek, maar een samenwerking tussen publiek en privaat.’’