De fractie van het Rotterdamse Nida moet tot na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022 wachten of er wellicht een opening is om het OZB-tarief (de belasting op het woningbezit) op te hogen en de opbrengst daarvan te gebruiken om groeiende vermogensongelijkheid in Rotterdam te stoppen. Eerder lukt dat niet.

Volgende week komt het initiatiefvoorstel van raadslid Ercan Büyükçifçi, dat dateert van februari van dit jaar, nog een keer aan de orde en dan zal duidelijk worden dat dit stadsbestuur geen trek heeft om via de OZB de door Nida gewenste armoedebestrijding een lift te geven.

Büyükçifçi vindt – wat overigens iedereen ziet – dat de woningmarkt voor disbalans in de welvaart zorgt. Een koophuis levert steeds meer vermogen op. Er ontstaat zodoende volgens Nida een onoverbrugbaar verschil in welvaart tussen woningbezitters en huurders.

‘’Het is eerder regel dan uitzondering dat iemand die in 2015 een huis kocht voor 300.000 euro, enkele jaren later, in 2020, zijn huis kwijt kon voor 400.000 euro. Een overwaarde van een ton of meer ten opzichte van de koopprijs is het nieuwe normaal’’, zei Büyükçifçi, die van mening is dat de coronacrisis dit verschil heeft aangedikt. ‘’Daarom verdient die disbalans in welvaart een systeemcorrectie.’’

Volgende week legt het huidige stadsbestuur uit waarom (nog) niet.