De eenmalige compensatie van gemiddeld 2.500 euro per bedrijf, boven op de loonsteun en tegemoetkoming in de vaste lasten is niet afdoende voor de Rotterdamse horecaondernemers om hun hoofd boven het water te houden. De raadsleden Achbar (Denk) en Walgenbach (D66) hebben daarom aan burgemeester Aboutaleb gevraagd of hij bereid is zo snel mogelijk bij het rijk te lobbyen voor additionele compensaties.
‘’Ondernemers in 50 van de 230 lokale afdelingen van Koninklijke Horeca Nederland zeggen hun vertrouwen op in het kabinet. Ruim duizend horeca ondernemers luiden de noodklok om door het hele land op 17 januari de deuren van de cafés en restaurants tegen de regels in weer open te gooien. Voor de horeca staat het water niet meer tot aan de lippen, inmiddels stroomt het de mond in’’, zegt het Rotterdamse raadstweetal.
Ze vinden dat voor horeca ondernemers op dit moment elk perspectief voor de toekomst ontbreekt. De achteloze mededeling van minister De Jonge dat de horeca waarschijnlijk wel eens tot eind januari of langer dicht moeten blijven ‘’werkt ook niet bevorderend voor de moraal’’, vinden Achbar en Walgenbach, die hopen dat wellicht de steun en lobby vanuit Rotterdam de afschaling van de maatregelen voor de horeca ondernemers in Den Haag kan bespoedigen.
Ook wethouder Kathmann is betrokken bij het verzoek. De griffie heeft de brief van de raadsleden aan haar geadresseerd.