Nissewaard doet niet mee aan gegoochel met woningcijfers

22 March 2024, 12:50 uur
Politiek
mainImage
De Rotterdamse bouwwethouder Zeegers

Nissewaard doet niet mee aan de in Rotterdam gangbare praktijk om particuliere huurwoningen bij de sociale voorraad op te tellen. De Rotterdamse rekenmethode is omstreden, omdat niet kan worden aangetoond of woningen van huisjesmelkers en overige commerciële huisbazen werkelijk sociaal zijn. Wethouder Chantal Zeegers geeft slechts een oncontroleerbare inschatting om hoeveel woningen het eventueel gaat. 

In Nissewaard begeeft men zich daarentegen liever niet op glad ijs. Men is dan ook niet van plan om, net als in Rotterdam, over te gaan tot het meetellen van particuliere woningen in de sociale voorraad op basis van een door de gemeente zelf te maken inschatting.

Woordvoerster Sandra Sumaiku laat weten: “In Nissewaard hebben we relatief weinig particuliere verhuur, zo’n 5 procent. Daarvan valt slechts een deel van de woningen onder de sociale huurgrens (879 euro, prijspeil 2024), dus het gaat maar om enkele honderden woningen. We hebben hier als gemeente weinig tot geen sturing op, dus we hechten hier niet veel waarde aan bij de berekening van onze totale sociale woningvoorraad. We zetten vooral in op het toevoegen van sociale huur met woningcorporaties, omdat we daar wel sturing op hebben”. 

Rotterdam, dat dus wel particulier bezit meerekent bij de (potentiële) voorraad, heeft ingeschat dat 10 procent van de totale Rotterdamse voorraad bestaat uit sociale woningen van particuliere huisbazen. Het zou derhalve gaan om meer dan 30.000 woningen, waarvan Zeegers op wankele gronden veronderstelt dat de huur onder de 880 euro zou moeten liggen. Behalve dat zij dit niet kan aantonen vanwege een gebrek aan benodigde data, voldoen Zeegers’ 30.000 niet aan de definitie van een sociale huurwoning.