Met de energieramp in zicht maken ook de lokale politieke partijen zich op om zich in het belang van hun achterban (kiezers) in rijen van drie op te stellen bij de stadskassier. Iedereen vraagt geld. Ook de fractie van D66. In haar geval voor de Rotterdamse cultuur, omdat die in gezamenlijkheid alarm heeft geslagen en grote instellingen dreigen om te vallen. Licht en verwarming voor grote ruimten zijn straks niet meer te betalen. De dreigementen rijgen zich aan elkaar vast en vooral de jonge raadsleden – afgelopen zomer benoemd – raken daarvan binnen hun nieuwe verantwoordelijk als eersten in paniek.

Ook Joan Nunnely (van D66) en in haar kielzog Elika Rehim Zadeh (van Denk). Samen haasten zij zich om cultuurwethouder Kasmi te herinneren aan de trickerende uitspraak van de voorzitter van het directeurenoverleg dat de cultuursector in de toekomst ‘’niet uitsluitend toegankelijk mag zijn voor de happy few.’’ 

De Tweede Kamer heeft inmiddels unaniem een motie aangenomen om te kijken naar gerichte ondersteuning van scholen en culturele instellingen en dus is Nunnely – jagend op subsidie – geïnteresseerd of die opdracht vanuit Den Haag ‘’nu al directe uitkomsten kan bieden voor Rotterdamse ondernemers?’’

Wethouder Kasmi (ook D66) heeft aangegeven met de sector in gesprek te zijn, maar kan nog niet zeggen waar de aandacht van het college met betrekking tot de verlichtende maatregelen voor huishoudens en ondernemers in diverse sectoren op uitdraait.

‘’Wanneer dan wel?’’, vraagt Nunnely, die de vaagheid van haar partijgenoot kennelijk niet waardeert en die ook verklaart: ‘’Het is onze opvatting dat we gebaat zijn met snelheid van deze informatie, omdat sommige ondernemers op omvallen staan?’’