Marianne van den Anker, de ombudsman van Rotterdam (ex-wethouder namens Leefbaar en recent nog kandidaat voor het burgemeesterschap) beschouwt het stopzetten van de LVV-bekostiging door het Rijk (bad, bed, broodregeling voor daklozen) en de daarop gevolgde weigering van het huidige stadsbestuur van Rotterdam om die verzorging over te nemen als onaanvaardbaar.
Het huidige stadsbestuur van Rotterdam wordt gevormd door Leefbaar (als grootste partij, die bovendien de wethouder van Zorg heeft geleverd), verder de VVD, D66 en Denk.
Van den Anker doet een dringend beroep op de wethouders van die vier politieke partijen (maar óók aan burgemeester Carola Schouten, die op haar beurt afkomstig is uit kringen van de ChristenUnie, nota bene de partij die in Rotterdam zelfs de wachtbankjes in het Centraal Station tot slaapbankjes voor zwervers wilde upgraden) om het genomen besluiten te heroverwegen.
‘’En daarnaast’’, schrijft ze, ‘’vraag ik u om met een plan te komen om uitvoering te geven aan de uitspraak van het Europese Hof en structurele oplossingen te bieden voor hen die niet kunnen terugkeren naar hun land van herkomst (bijvoorbeeld een generaal pardon). In andere steden speelt deze kwestie over een jaar, maar in Rotterdam al op 1 januari 2025. Ik vraag u om hierin als één overheid, gezamenlijk, vanuit samenaarschap op te treden. Mocht dit niet haalbaar zijn, dan verzoek ik het Rijk om Rotterdam de financiële middelen te bieden om de LVV-voorzieningen op peil te houden. Rotterdam en zijn inwoners mogen niet de dupe worden van deze landelijk (te nemen) verantwoordelijkheid.’’
Van den Anker zegt als ombudsman iedereen erop te wijzen dat de stopzetting van de LVV-bekostiging voor gemeenten in strijd is met mensenrechten, onrust veroorzaakt in de gemeenteraad, en druk legt op de betrokken partners bij de vormgeving van het actieplan. ‘’Ik vertrouw erop dat het kabinet op 1 januari 2025 paraat staat om de humanitaire verplichtingen in Rotterdam na te komen. Brengen wij de LVV’ers met een bus naar u, of haalt u hen in Rotterdam op om hen de bedbad-broodzorg te bieden die zij verdienen en nodig hebben?’’
Van den Anker: ‘’Als het Rijk zijn verantwoordelijkheid niet neemt, zal dit resulteren in een onveiligere en mensonterende situatie in Rotterdam, waarbij ook de verantwoordelijkheid van het college in het geding komt. Als ombudsman begrijp ik dat er een grens is aan de mogelijkheden voor uitgeprocedeerden en ongedocumenteerden om in Nederland te blijven. Respect voor onze rechtsstaat houdt ook in dat van deze mensen verwacht mag worden ze zelf het initiatief nemen om terug te keren naar hun land van herkomst. Echter, niet iedereen kán (vrijwillig) vertrekken. Ondanks de aangeboden hulp en begeleiding is terugkeer soms onmogelijk, doordat landen hun burgers weigeren terug te nemen of noodzakelijke documenten ontbreken.’’
Door: Jan D. Swart