Ook Rotterdam komt voor een immense opgave te staan om haar portie asielzoekers in 2024 in de stad fatsoenlijk onder te brengen. Hoeveel dat er precies zijn is nog onbekend en juist dat zit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) niet lekker. Zoals ook niet te voorspellen is tot hoeveel oneindigheid de opvang zal leiden binnen de samenstelling van het huidige stadsbestuur , met enerzijds Leefbaar Rotterdam en VVD, anderzijds D66 en Denk. Duidelijk zijn wel de landelijke verwachtingscijfers: het gaat om 77.100 plekken.

Dat is naar Zuid-Hollandse begrippen de totale bevolking van een dorp als Strijen in de Hoeksewaard.

De 77.100 landelijke plekken moeten zoveel mogelijk bestaan uit (nood)opvangplekken bij het COA. Bedden in de gemeentelijke crisisnoodopvang tellen mee als opvangplek, maar de insteek blijft dat er gewerkt wordt aan het vinden van duurzame opvangplekken zodat crisisnoodopvang niet meer nodig is.

De VNG vindt het – juist omdat het naar verluidt om grote aantallen gaat – onwenselijk dat het kabinet ervoor kiest de opgaven gefaseerd aan gemeenten mede te delen. Normaliter wordt een capaciteitsbesluit voor de komende twee jaar genomen, en maakt het rijk voor medeoverheden en partners inzichtelijk wat dit betekent. De VNG heeft het kabinet verzocht om ook nu provincies en gemeenten zo spoedig mogelijk, bij voorkeur voor de zomer, mee te nemen in de lange termijn visie en de prognoses

‘’Door de stijgende aantallen neemt de druk op gemeenten, uitvoeringsorganisaties, de woningmarkt en sociale voorzieningen verder toe. De asiel- en huisvestingsopgave komt bovendien naast de omvangrijke taak om ontheemden uit Oekraïne op te vangen. Dus staat buiten kijf dat moet worden voorkomen dat er opnieuw schrijnende situaties in de asielopvang ontstaan’’, heeft de VNG in een brandbrief aan de regering laten weten.