door Jan D. Swart

Het is duidelijk dat Leefbaar Rotterdam en Denk bij het samenstellen van het coalitieakkoord op het onderdeel verkeer veel concessies hebben moeten doen. Niet alleen aan D66, maar ook aan de fietspropagandisten van de VVD. Het handhaven van de éénbaansroute op de ’s Gravendijkwal en de Pleinweg – waardoor het Erasmus MC in de spitstijd niet of nauwelijks bereikbaar is – is daar het beste voorbeeld van. Maar nu óók de verhoging van de parkeertarieven in 2023. In het centrum voor kort parkeren zelfs (schaamteloos) met 20%.

De geest van oud-verkeerswethouder Bokhove (GroenLinks) waart op de eerste verdieping van het stadhuis nog altijd rond.

Dit jaar betaalde de parkerende automobilist in het centrum nog € 4,26 per uur. Per 1 januari wordt dit € 5,52. In de centrumring gaat het uurtarief met 6,9% omhoog (van € 2,60 naar € 2,76) en de overige gebieden van € 1,80 naar € 1.92.

Nieuw is ook dat er in Rotterdam nergens meer vrij parkeren is. Dat geldt niet voor fietsen. Die mag men in de stad zelfs op een hoop gooien. Daar let geen politicus op, behalve Leefbaar-raadslid Van Schaik.  

De bestaande stop & shop-regeling blijft van kracht. Voor de eerste 30 minuten wordt € 0,10 betaald, maar er zijn alleen stop & shop-winkelstraten buiten het Centrum. De stop & shop-winkelstraten in de Centrumring hebben in 2023 een vervolgtarief van€ 2,76 per uur, in de overige gebieden geldt een vervolgtarief van€ 1,92 per uur.

Verkeerswethouder Karremans gaat wel korte metten maken met de auto’s met buitenlandse kentekens, waarvan de NAW-gegevens niet bekend zijn. Na twee openstaande naheffingsaanslagen parkeerbelasting gaan ze in de wielklem. Dit om de rechtsongelijkheid te beteugelen. Rguliere invorderingsmaatregelen (aanmaning, dwangbevel en zo nodig beslaglegging) zijn, door het ontbreken van de NAW-gegevens, niet mogelijk. Wanbetalers komen daardoor nu te gemakkelijk weg met de overtreding.