Mbo-studenten kunnen, afhankelijk van de inkomenshoogte van hun ouders, aanspraak maken op een aanvullende studiebeurs. Maar uit onderzoek is gebleken dat een kwart van de rechthebbende studenten geen gebruik maakt van deze regeling. Financieel kwetsbare groepen worden hierdoor nog kwetsbaarder, terwijl dit niet nodig hoeft te zijn, vindt PvdA-raadslid Engberts.

Grootste oorzaak: gebrek aan kennis van de regeling. ‘’Gevolg is’’, zegt Engberts, ‘’dat ouders van de gerechtigden alsnog zelf geld neertellen voor hun studerende kroost, terwijl zij het financieel al niet breed hebben. Studenten kunnen ook meer geld gaan lenen dan nodig is, of zelfs helemaal niet aan een opleiding beginnen omdat de opleidingskosten een afschrikkende werking hebben.’’

Zijn verzoek aan onderwijswethouder Kasmi is dan ook om de juiste omvang van de groep mbo’ers in Rotterdam die tot op heden geen aanspraak heeft gemaakt op de voor hen bedoelde beurs, in kaart te brengen? Voorlopig gaat men uit van een kwart van de gerechtigden, maar Engberts wil het precies weten. ‘’Er zijn mogelijke verklaringen gepubliceerd’’, zegt hij, ‘’maar die zijn nog niet onderzocht door het Centraal Planbureau. Dus wil ik graag weten wanneer dat wel het geval is en welke van die verklaringen van toepassing zijn op Rotterdam?’’