De Rotterdamse Partij van de Arbeid wil de bedrijfstak 'woning-kopen, woning-verhuren' zo snel mogelijk de pas afsnijden. Fractievoorzitter Engberts wil daarom dat de nieuwe tijdelijke woningwet in Rotterdam in juli al handen en voeten krijgt, waarmee starters en jonge woningzoekenden makkelijker aan een woning kunnen komen. De opkoopbescherming voor koopwoningen in de bestaande voorraad biedt die mogelijkheid.

Er komt in dat geval een verbod voor investeerders om de woning zonder vergunning te verhuren. De gemeente Rotterdam moet dan wel onderbouwen dat de maatregel noodzakelijk en effectief is. De bedoeling is te voorkomen dat bijna alle woningen worden opgekocht door projectontwikkelaars en huisjesmelkers, die niet van plan zijn om er zelf te gaan wonen, maar die de woningen uitsluitend aankopen om er veel geld mee te verdienen.

De PvdA heeft een broertje dood aan snelle geldverdieners en wil de wet in Rotterdam per 1 juli al van kracht laten worden. Wel is de vraag in welke gebieden van de stad de VVD-bouwwethouder met die bescherming wil beginnen. 

Interessant is ook om te weten wat er gebeurt als investeerders zich niet onderwerpen aan het verhuren met vergunning? Met andere woorden: ze gaan niet akkoord met de door de gemeente opgelegde verhuurprijs. Betekent dit dan langdurige leegstand? Wordt dit een gevecht wie de langste adem heeft? En hoe hoog zal de verkoopprijs van de panden zijn als de huisjesmelkers door de nieuwe wet afstand van hun eigendommen willen doen? Zijn de starters met die twee mogelijkheden dan wel geholpen? Die vraag stelt Engberts niet.