Vijftien uur lang wachten totdat een stoffelijk overschot door een uitvaartonderneming uit een zorginstelling wordt weggehaald, is respectloos. Dat vindt PvdA-raadslid Dennis Tak. Te meer omdat die lacune veroorzaakt is door regeltjes.
Het betrof recent een overleden 71-jarige vrouw zonder familie. Het personeel van De Provenier, een zorginstelling voor mensen met een beperking in Rotterdam-Noord, was zodoende bij de afwikkeling procedureel aangewezen op de gemeente en niet – zoals gebruikelijk als er familie is – op het uitvaartbedrijf. Daar ging het mis. ‘’Het leverde De Provenier een traumatische ervaring op’’, laat Tak weten.
Alom misverstanden, veel stampij en variabele uitleg van de regeltjes. ‘’De gemeente geeft aan dat ze geen opdracht hebben gegeven voor een gemeentelijke uitvaart, omdat de mentor de uitvraag regelde’’, schrijft Tak aan zorgwethouder Buijt ter illustratie van de chaos. Hij neemt in zijn brief overigens de ambtenaren in bescherming (‘’Ze moeten het ook maar zien te rooien’’), maar rekent wel af met de uitvaartinstelling Dela Goetzee: ‘’De begrafenisondernemer had pas 1,5 dag later tijd om te komen.’’
De zorgambtenaren van Buijt gaan nu een onderzoek instellen, want er moet antwoord komen op onder meer de vraag in hoeverre regels en procedures de gemeente in de weg staan om vrij te handelen in dergelijke situaties?