Er heeft zich maar één partij gemeld voor het ‘Design & Construct’-contract voor de uitgestelde renovatie van de Van Brienenoordbrug. Dat is een magere marktinteresse. Hoog tijd om kritisch te kijken naar de wijze waarop dit soort werken in de markt worden gezet, vindt raadslid Tak van de PvdA, die – nauwelijks terug in de gemeenteraad – daarover meteen op hoge poten een brief heeft gestuurd naar verkeerswethouder Karremans.
Die marginale interesse van aannemers is ook niet zo verwonderlijk, want men behoeft alleen maar de verklaring te lezen die Rijkswaterstaat daarover heeft gepubliceerd: “We zien dat aannemers steeds terughoudender zijn in het nemen van risico’s of dat zij hoge kosten in rekening brengen om deze risico’s af te dekken. Daarnaast maakt de krapte op de huidige arbeidsmarkt dat bedrijven keuzes moeten maken waar zij hun schaarse capaciteit inzetten.” Tak heeft die verklaring in zijn brief verwerkt.
Wat hem betreft onderstreept de vertraging van de renovatie van de Van Brienenoordbrug het belang een juiste risico-inschatting vooraf. Hij gaat daarbij niet in op de tijd dat de komst van die brug op de tekentafel lag, maar kijkt wel vooruit en spreekt daarbij zijn zorgen uit over de derde oeververbinding die in de pijplijn zit. ‘’De ontwerpfase is een van de grootste risico’s in het project.’’
Tak: ‘’Bij de derde oeververbinding zijn er eerder serieuze zorgen geuit over de onder meer de nautische veiligheid: “Bij geen van de vijf onderzochte brugvarianten zijn zowel het vaste als het beweegbare brugdeel met een vlotte doorvaart nautisch veilig te passeren door de maatgevende schepen onder maatgevende condities”[1]. Zowel bij de renovatie van de Van Breinenoordbrug als de nieuwe derde oeververbinding is de eerste stap het maken van een detail ontwerp.’’