De Rotterdamse fractie van de PvdA is fel tegenstander van een verdienmodel op schulden en pleit voor eerlijke en toegankelijke schuldhulpverlening. Maar omdat de vergoedingen voor bewindvoerders (*) vastgesteld zijn door de Minister voor Rechtsbeschermingen, heeft de gemeente Rotterdam hierin geen rol. Ook niet in de jaarlijkse indexering. Wethouder Mohamed-Hoesein, verantwoordelijk voor het armoedebeleid, is dan ook niet van plan om in gesprek te gaan met haar partners in de stad om de schuldhulpverlening te transformeren naar een model zonder winstoogmerk. Raadslid Reitema had om die bereidheid gevraagd.

Bewindvoering is de grootste kostenpost binnen de begroting armoede en schulden: 17 miljoen per jaar. ‘’Deze kosten nemen alsmaar toe. Daarom blijven we suggesties doen voor betere grip op deze uitgaven’’, aldus Reitema, die veel moeite heeft met de achterstand op de juiste cijfers. ‘’We weten dat op 31 december 2021 maar liefst 23.088 Rotterdammers betalingsachterstanden hadden op hun zorgpremie. In oktober 2022 lezen we dat naar inschatting 28% van de Rotterdamse huishoudens in financiële problemen komen. Dat zijn 81.000 huishoudens.’’

Het stadsbestuur betrekt z’n cijfers via de Monitor Armoede & Schuldenaanpak en die monitor is gebaseerd op cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Mohamed-Hoesein: ‘’We beraden ons op dit moment in hoeverre het mogelijk is om de volgende monitor Armoede en Schulden, die in het voorjaar van 2024 verschijnt, te baseren op recentere cijfers.’’

(*) Reitema: ‘’68% van deze partijen, die de grootste kostenpost vormen voor de gemeentelijke begroting armoede en schulden, voldoet niet of willen niet voldoen aan de gemeentelijke afspraken.’’