De Rekenkamer van de gemeente Rotterdam doet geen uitspraken over het feit dat burgemeester en wethouders in hun nieuwe Woonvisie gewoon doorgaan met het meetellen van particuliere huurwoningen bij de sociale voorraad. B&W beweren, zonder dat op acceptabele wijze te kunnen aantonen, dat de particuliere sociale voorraad tien procent van het Rotterdamse totaal is. Dus zo’n 32.000 woningen.
Op de vraag of het niet om sikkeneurig van te worden is dat B en W de aanbeveling van de Rekenkamer - om particulier juist niét mee te tellen met sociaal - aan hun laars lappen, waardoor het gemopper over een veel te hoog aantal sociaal zal blijven voortduren, reageert de Rekenkamer in algemene, neutrale zin.
Communicatie-adviseur Iris Vanhommerig legt uit: “Wij bij de rekenkamer steunen de gemeenteraad door de raadsleden te voorzien van informatie. Vervolgens is het aan hen, de volksvertegenwoordigers van alle Rotterdammers, om B en W te controleren. Die taak, en alle normatieve oordelen daaromtrent, laten we graag aan hen over”.
Vanhommerig herinnert ook aan het navolgende: “Na het rapport ‘Thuis in Cijfers’ over het woonbeleid in Rotterdam uit 2022 (https://rekenkamer.rotterdam.nl/onderzoeken/thuis-in-cijfers/) hebben wij nogmaals aandacht gevraagd voor deze issues in ons rapport ‘Huizen in de Regio’ (https://rekenkamer.rotterdam.nl/onderzoeken/huizen-in-de-regio/) waarin we onze eerdere onderzoeken naar het woonbeleid van Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Lansingerland en Rotterdam, naast elkaar hebben gelegd. Dit laatste rapport moet nog door de directeur van de Rekenkamer worden toegelicht in de Rotterdamse gemeenteraad; dat zal voor het eind van het jaar gebeuren in de Commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte (hou die agenda in de gaten!). De gemeenteraadsleden hebben dan ook de gelegenheid vragen te stellen aan de rekenkamer over dit rapport”.
In hun concept nieuwe Woonvisie gaan B en W overigens ook in de fout bij het tellen van de sociale huurwoningen van de elf Rotterdamse corporaties. Dat zijn er in werkelijkheid 121.163, terwijl in de Woonvisie staat dat het er ‘ongeveer 127.000’ zouden moeten zijn.