Rotterdam begint niet aan glyfosaat tegen straatonkruid

24 February 2021, 15:55 uur
Politiek
mainImage
Rechts boven: raadslid Van Schaik

Stadsbeheer Rotterdam voelt er niks voor om het straatonkruid te bestrijden met glyfosaat. Ook al heeft het rechter het verbod opgeheven en wil ook Leefbaar Rotterdam de deuren weer openzetten voor biologische oplossingen zoals bacteriën tegen de eikenprocessierups, wethouder Wijbenga vindt dat er gegronde redenen zijn om het bewuste middel niet te gebruiken.

‘’Er liggen vele publicaties over de schadelijkheid ten grondslag aan het oorspronkelijke verbod. Glyfosaat kan ernstige gezondheidsproblemen waaronder mogelijk kanker veroorzaken. Daarnaast spelen er voor Stadsbeheer meerdere argumenten om dit middel niet meer te gebruiken zoals invloed op het milieu, mens en dier, de achteruitgang aantal insecten en het bevorderen van gezond bodemleven’’, antwoordt de wethouder aan raadslid Van Schaik die zich stoort aan de troep in de straten.

‘’Ik zie er 's zomerts torenhoog onkruid. Bij stoepen en gevels steken de groene sprieten eruit en zijn zij letterlijk een doorn in het oog voor alle Rotterdammers. Sinds wethouder Wijbenga namelijk verantwoordelijk is voor de buitenruimte in de stad, is Rotterdam zowaar een jungle aan de Maas geworden. Daarom ben ik er vroeg bij.’’

Van Schaik vindt de huidige schoonmaakmethoden te soft: borstelen, branden, stomen of het gebruiken van heet water. Bovendien zijn het ook nog relatief dure methoden, maar minder effectief en efficiënt zijn. Hij prijst daarom pesticiden aan. Ook in strijd tegen de eikenprocessierups.

‘’Ongewenst’’, vindt Wijbenga. ‘’Er is vorig jaar een nieuwe, betere zuigunit ontwikkeld door Stadsbeheer en een aannemer. Andere alternatieven zijn: inzetten van aaltjes. Ook van bloembollen om natuurlijke vijanden te lokken. Hiervoor loopt een pilot aan de Oldegaarde. Minder maaien, eveneens om natuurlijke vijanden te lokken, maar dat kan niet overal. Verder is er de mogelijkheid om de eiken laat in het seizoen te snoeien. Mogelijk komen het jaar erna dan minder nesten. Ook hier wordt mee geëxperimenteerd door Stadsbeheer.’’