De Rotterdamse mobiliteitswethouder, die vroeg in de ochtend gezondheidsrondjes sprint, zou dat eens later op de dag moeten doen langs parkeerterreinen van kantoorwijken. Dan ziet hij dat er keurig rekening is gehouden met invaliden en dat de parkeerplekken ook geheel in de lijn der verwachting bij de entree van de parkeerplaats te vinden, maar dat er zelden een auto staat. Dat komt niet omdat er weinig invalidenkaarten in omloop zijn, maar omdat die gereserveerde parkeerplekken – zoals bijvoorbeeld aan het einde van de Bahialaan in Rotterdam, op de grens met Capelle aan den IJssel – veel te veel verwijderd zijn van de kantoorpanden waaraan een bezoek moet worden gebracht.
Voor invaliden en ouderen is die afstand niet te overbruggen. Een inschattingsfoutje van de voorgangers van VVD-Karremans, maar – als men zou willen – makkelijk herstelbaar. Op de Bahialaan – maar ook de westkant van de Fascinatio Boulevard – zijn tientallen parkeerinhammen tegenover die kantoorgebouwen. Die staan nu vol met voornamelijk mensen die er werken. Maar nergens een invalideplek. Terwijl als de gemeente er in beide lanen vier zou reserveren, die op de gezamenlijke grote parkeerplaats verderop bespaard zouden kunnen worden, want die worden toch nooit gebruikt.
De meeste medewerkers van de bedrijven in deze wijk ondervinden zelf overigens geen last van het parkeren. De panden hebben vrijwel alle een grote garage, die ook als parkeerruimte is ingericht. Dat er dan nog wel zoveel gebruik gemaakt wordt van de inhammen aan de straatkant komt omdat dit makkelijker is (je piept er 's morgens n en je piept er 's middags uit) en omdat de gereserveerde plekken voor invaliden ontbreken. Net als trouwens de oplaadplaatsen voor elektrische auto’s. Ook GroenLinks zou eens langs moeten gaan.