Rotterdam zet met zijn onderwijsbeleid in op 4 speerpunten: meer investeren in het jonge kind, goede onderwijskwaliteit, betere aansluiting tussen onderwijs, preventie en jeugdhulp en een bestendige aanpak van het aanhoudende personeelskort. Het stadsbestuur investeert structureel 216 miljoen euro in het Rotterdamse onderwijs. 40 miljoen gaat naar de aanpak van deze speerpunten.
Onderwijswethouder Said Kasmi: “Het aanhoudende personeelstekort in het onderwijs en kinderopvang, de zorgen om het welzijn van leerlingen en studenten en ontwikkelkansen die nog lang niet voor alle kinderen/jongeren gelijk zijn vraagt veel van het onderwijs. Onze inzet is daarom om scholen meer te ontlasten,’’
Onveranderd blijft de inzet op gelijke kansen. Dat begint op jonge leeftijd. Goede en toegankelijke peuter- en kleutergroepen leveren een onmisbare bijdrage in de strijd tegen kansenongelijkheid, zegt Kasmi. In Rotterdam neemt bijna 30% van de 2 en 3-jarige peuters met risico op een achterstand nog geen deel aan voorschoolse educatie (ve). Dat zijn ruim 1.200 peuters. “Teveel”, vindt Kasmi.
Daarom wil hij het aantal gratis ve-uren voor deze groep peuters (met een indicatie) verder uitbreiden. Voor ouders in de schuldsanering zijn die uren nu al gratis. Ook voor ouders met een laag inkomen (tot 110% van het wettelijk sociaal minimum) moet het aantal gratis uren omhoog van 320 naar 640 uur per kalenderjaar.
Ook de parkeerregeling voor scholen wordt verruimd. Daarmee kunnen scholen voor 75% (voorheen 50%) van hun personeel een parkeervergunning aanschaffen. Dezelfde regeling gaat nu ook van kracht voor de kinderopvang in Rotterdam.