Rotterdam besteedt 13,2 miljoen euro van het Nationaal Programma Onderwijs (*) aan de opleiding van studenten tot tutoren. Het project is een initiatief van de Rotterdamse schoolbesturen, het Rotterdams Hoger Onderwijs en de gemeente. Samen met de Rekenfaculteit en de Thomas More Hogeschool leiden deze partijen HBO/WO-studenten op teneinde leerlingen extra kunnen helpen met rekenen en taal.
Iedere tutor wordt getoetst op voldoende taal- en rekenvaardigheid en gedurende 10 uur getraind om op de juiste manier de lesstof op de kinderen te kunnen overbrengen. Het is een van oorsprong Amerikaanse aanpak. Deze intensieve begeleiding dient voor de leerlingen ter verhoging van het taal- of rekenniveau. Voor de studenttutoren biedt het traject een mogelijkheid om werkervaring op te doen.
Het Rotterdamse tutorenproject brengt studenten bovendien op een laagdrempelige manier in aanraking met het onderwijsvak. Ze verdienen 15 euro per uur, plus reiskosten. ‘’Tutoren werken tenminste zes uur per week met de mogelijkheid tot acht uur. Er wordt steeds twee uur per week gerekend voor voorbereiding van de lessen en begeleiding van de tutor. Ook die uren worden vergoed’’, aldus onderwijswethouder Kasmi.
Vanuit het gemeentelijke NPO-budget wordt een bijdrage betaald voor de kosten voor de scholen, zodat die per tutor-uur € 32,50 betalen ofwel € 16,25 per uur per kind. Dat is vergelijkbaar met de kosten die commerciële partijen rekenen.
(*) Met het Nationaal Programma Onderwijs biedt de rijksoverheid hulp aan alle scholen en leerlingen voor de gevolgen van de coronamaatregelen.