Als de CU-SGP en de Partij voor de Dieren het in Rotterdam voor het zeggen zouden hebben zou de uitstraling van de havenstad als Fairtrade Gemeente duidelijker tot uiting komen dan nu. Er zouden eisen gesteld worden aan de verkoop van kledingartikelen, aan de horeca, maar ook aan de inhoud van reclames in de openbare ruimte en bijvoorbeeld op voertuigen van de RET. Dat is nu niet het geval. Het blijft te hooi en te gras bij stimulerende gesprekken.

De Rotterdamse Fairtrade-werkgroep gaat de contacten wel intensiveren met winkels, bedrijven en organisaties. Maar verder blijft de bijdrage van de gemeente zelf beperkt tot het opnemen van internationale arbeidsvoorwaarden in het eigen inkoopbeleid en duurzame productie te bespreken aan de klimaattafel consumptie.

‘’De regelgeving omtrent reclame-uitingen bevat geen weigerings- en intrekkingsgronden die het mogelijk maken om reclame voor specifieke produkten te weren uit de openbare ruimte’’, laat wethouder Bonte weten aan de raadsleden Vonk en Van der Velden, die met hun brief hebben willen aangeven dat de titel van Fairtrade Gemeente wel enige inhoud moet hebben.

Bij fairtrade wordt een eerlijke prijs voor producten ontvangen en werken arbeiders onder menswaardige omstandigheden. Dus geen kinderarbeid en geen extreem lange werkdagen. Wel aandacht voor milieuvriendelijke productieprocessen en eerlijke handel. Dus ook geen verkoop van producten – zoals kleding – uit fabrieken in lagelonenlanden, waar mensen ‘’nog steeds onder schrijnende en ziekmakende omstandigheden grondstoffen winnen. Want helaas worden deze producten ook hier in Rotterdam verkocht’’, weet het tweetal.