In de jaren vijftig en begin zestig was het gebruikelijk dat moeders in Rotterdam hun eigen straatje schoonmaakten. Dat heette boenen. In de kakwijken Kralingen Oost en Hillegersberg werd dit gedaan door de dienstbodes (de hulpen in de huishouding, toen getiteld: werksters). Nu doet de gemeente Rotterdam niet alleen een beroep op de moeders, maar op alle verantwoordelijke Rotterdammers om het onkruid op stoepen, langs de gevels en uit de goten weg te halen. Methode 1: plukken. Methode 2: de harde bezem om zaadjes en kleine kiemplantjes te verwijderen zodat onkruid niet kan groeien. Maar kokend water mag ook.

‘’Geen chemische middelen’’, is het advies van de afdeling van de Buitenruimte, die per 1 september onder leiding staat van de nieuwe VVD-wethouder Vincent Karremans. De gemeente Rotterdam gebruikt dat zelf ook niet. Ze zet veegmachines in, met daarop speciale borstels, op grotere oppervlakken zoals openbare wegen, parkeerplaatsen en fietspaden. De borstels snijden het onkruid alleen aan de oppervlakte af.

 ‘’Om het probleem bij de wortels aan te pakken, is een combinatie met andere middelen nodig. De wortels kunnen we alleen met heet water of met een brander aanpakken omdat de hoge temperatuur de eiwitten aantast. Dit heeft alleen effect bij herhaling’’, aldus Stadsbeheer, dat tussen april en oktober vier tot zes keer het onkruid weghaalt, afhankelijk van de locatie en de weersomstandigheden.
 
Aan de hand van een meetlat met foto’s wordt bepaald wat de 'staat van de straat’ is. De meetlat is een onderdeel van de landelijke CROW-methode waarmee de gemeente Rotterdam de beeldkwaliteit van de openbare ruimte beoordeelt.

- Het straatje boenen hield vroeger in dat moeders vanaf de deuropening tot aan het trottoir alles schoon hielden. Het gemeentearchief Rotterdam heeft daar merkwaardigerwijs (of symptomatisch) geen foto's van. Maar Rotterdamser kon het niet.