Rotterdam erkent de woonwagencultuur en in 2020 – na de herijking van het beleid op dat vlak - is koers gezet om het aantal standplaatsen in Rotterdam uit te breiden. Hiermee biedt Rotterdam voldoende ruimte voor het voortbestaan van de woonwagencultuur, heeft bouwwethouder Zeegers laten weten aan raadslid Moti (PvdA) die daarover vragen had gesteld. Ook geldt er een nieuw volgordebepaling die toeziet op een eerlijke verdeling van de plekken.
Motief voor Moti om het woonwagenbeleid terug te brengen in de actualiteit was dat Rotterdam volgens het Europese College van de Rechten van de Mens tot één van de gemeenten behoorde die een zogeheten uitsterfbeleid nastreefde en dat is in strijd met het grondwettelijke recht van gelijke behandeling.
Zeegers laat nu weten dat Rotterdam de mogelijke uitbreiding van het aantal standplaatsen juist weer verkent. ‘’Dit is zowel de zoektocht naar een nieuwe woonwagenlocatie als een uitbreiding van de huidige woonwagenlocatie, exclusief De Kievit’’, zegt ze. Wel gelden er uiteraard wettelijke normen en eisen waar een woonwagenlocatie of standplaats aan moet voldoen. ‘’Denk aan geluidsnormen, milieueisen, bodemonderzoek, draagvermogen enz. Bewoners moeten bij het aanvragen van een omgevingsvergunning dus ook aantonen dat zij binnen deze norm blijven van draagvermogen van de bodem.’’ Er zijn daarentegen geen plannen om het aanbod aan huurwoonwagens uit te breiden.
Of de gemeente Rotterdam ook de verantwoordelijkheid draagt voor een goede gas-, water- en lichtaansluiting op de nieuwe locaties is momenteel nog onduidelijk. Mogelijk wordt de locatie geëxploiteerd door een woningcorporatie of worden de standplaatsen – als pilot - direct in erfpacht uitgegeven aan woonwagenbewoners.