Er zijn vorig jaar in Rotterdam 4300 aangiftes gedaan van gestolen fietsen. Maar het daadwerkelijke getal ligt ruim hoger, omdat niet iedereen diefstal van een fiets meldt. Het is een van de redenen waarom fietswethouder Judith Bokhove het stijgende fietsgebruik faciliteert met meer ruimte voor fietsparkeren via grote inpandige bewaakte fietsenstallingen. Ook registreren en graveren van fietsen zijn de nieuwe mogelijkheden om diefstal te belemmeren.

De meeste fietsdiefstallen vinden plaats waar fietsen geconcentreerd staan zoals alle NS-stations, de metrostations en de winkelstraten. Koploper bij de aangiftes is het centrum van de stad met circa 1000 per jaar. Daarna volgt Noord (700), terwijl de gebieden Charlois, Delfshaven, Prins Alexander en Kralingen-Crooswijk vrijwel gelijk opgaan met gemiddeld 400 tot 600 diefstallen. Onderzocht wordt of buurtfietsenstallingen een aanvulling en misschien zelfs een oplossing kunnen zijn voor het fietsparkeervraagstuk als opvolger van het autoprobleem. Dit jaar wordt zelfs gestart met fietsparkeertellingen in sommige wijken.

In de binnenstad worden de komende zes jaar meerdere gratis stallingen gerealiseerd. Alleen dit jaar al tussen de 1500 en 2000 extra, waarvan 1100 bij het Centraal Station op de Conradstraat, 200 tijdelijk op de Karel Doormanstraat, de Kruiskade en de Westblaak. In een leegstaande winkel op de hoek van de Lijnbaan en Weena-Zuid volgt een tijdelijke stalling voor 450 fietsen.