Rotterdamse mbo-student voelt zich gediscrimineerd

16 February 2023, 07:00 uur
Politiek
mainImage
Links: raadslid Kind (Volt)

Onderwijswethouder Said Kasmi kan niet verhelpen dat 50.000 mbo-studenten in Rotterdam anders worden behandeld dan hbo-en universitaire studenten als het gaat om verenigingsvoorwaarden. Opleidingsniveau wordt volgens de wet niet gezien als een discriminatiegrond, zodat ondernemers en verenigingen hun eigen (deur)beleid mogen bepalen.

De Rotterdamse fractie van Volt vindt dit teleurstellend omdat uit haar korte verkenning blijkt dat mbo-studenten niet kunnen sporten bij veel van de 26 sportverenigingen die zijn aangesloten bij Erasmus Sports en studentenverenigingen die van oorsprong gericht zijn op universitaire studenten. Zij laten geen mbo-studenten toe.

Ook komen mbo-studenten in tegenstelling tot hbo-studenten niet in aanmerking voor een woning bij verschillende aanbieders van studentenhuisvesting. Onduidelijk voor raadslid Tim Kind van Volt blijft het of in het verlengde hiervan mbo-studenten in Rotterdam toegelaten worden bij uitgaanslocaties waar studentenpassen aan de deur worden gecontroleerd. In Utrecht leidde een weigering eerder tot weldegelijk een gevoel van discriminatie.

 ‘’Sinds 2020 zijn mbo-studenten in de ogen van de rijksoverheid officieel studenten. Dit betekent dat zij dezelfde rechten hebben als hbo- en wo-studenten, zoals studiefinanciering en een studentenreisproduct. Echter, als er sprake is van een vereniging dan mag een vereniging voorwaarden stellen aan leden. Dat kan kan zijn dat iemand een bewijs van inschrijving aan een specifieke onderwijsinstelling moet kunnen overleggen. Als college kunnen wij ons hierin vinden en volgen wij deze lijn’’, aldus Kasmi.

Als er sprake is van strijdigheid met artikel 1 van de grondwet, kan dit worden gemeld bij het meldpunt discriminatie van RADAR.