Sociale woningen in Rotterdam? Minister telt er nóg minder 

8 May 2024, 15:53 uur
Politiek
mainImage
De Jonge en Zeegers

Minister Hugo de Jonge heeft onlangs geconstateerd dat het aantal sociale huurwoningen van Rotterdamse woningcorporaties ruim 3400 lager is dan dat waar hij tot in maart nog van uitging. 

Begin maart meldde BZK dat per eind 2022 de sociale corporatievoorraad in Rotterdam 121.781 woningen bedroeg. 
Wie nu de site van BZK bezoekt, ziet echter dat het er nog maar 118.372 zijn, oftewel 36,8 procent. Dat komt omdat De Jonge het correcter vindt dat bij het becijferen van die sociale voorraad alleen huurwoningen meetellen, die - officieel gezegd - een algemeen economisch belang dienen, conform zijn vorig jaar geformuleerde definitie. 
In deze zogeheten DAEB-voorraad van 118.372 blijken ook 2773 huurwoningen boven de 880 euro te zitten alsmede 560 woningen, waarvan de huur onbekend is. Het ministerie is om uitleg gevraagd waarom deze woningen gewoon worden meegeteld bij de sociale voorraad. 

Zonder die bij elkaar opgetelde 3333 woningen zou het aantal Rotterdamse sociale corporatiewoningen nóg verder dalen naar 115.039. Op basis van de totale woningvoorraad per eind 2022 gaat het dan om 35,8 procent. 

Vlaardingen bovenaan

Rotterdam zit met De Jonges naar beneden bijgestelde 36,8 procent nog altijd in de toptien van ‘steden met veel sociale corporatiewoningen’. 

Op een ongenaakbaar lijkende eerste plaats staat Vlaardingen met 40,3 procent. Bij dat percentage is de onlangs in Vlaardingen uit de grond gestampte, tijdelijke woonwijk voor duizend Oekraïense vluchtelingen niet eens mee gerekend. 

Zoals bekend hanteert de gemeente Rotterdam hogere aantallen. Wethouder Chantal Zeegers houdt het erop dat de Rotterdamse sociale corporatievoorraad 39 procent is. Zou gaan om 124.456 woningen. Dat aantal dateert van eind 2021. Dat is dus ruim zesduizend (!) meer dan het aantal dat minister De Jonge sinds vorige maand op zijn site vermeldt. De Rotterdamse gemeenteraad laat al dat ‘cijfergeneuzel’ ongemoeid.