“Het taboe op problemen thuis moet weg, volwassenen en kinderen moeten hun problemen thuis eerder kunnen bespreken. En als het dan toch mis gaat, bieden we zo snel mogelijk passende hulp aan slachtoffers én plegers, want uiteindelijk wil niemand huiselijk geweld of kindermishandeling.”
Rotterdam wil dat minder mensen te maken krijgen met huiselijk geweld en kindermishandeling. Het stadsbestuur stelde deze week daarom een beleid voor de komende vier jaar vast.
Om het taboe te doorbreken en geweld thuis te stoppen werkt de gemeente o.a. samen met partners als Veilig Thuis Rotterdam-Rijnmond, Filomena (het Centrum huiselijk geweld en kindermishandeling) en ook scholen. Zo zijn er op scholen speciale lesmethodes om problemen thuis bespreekbaar te maken en om de meld- en aangiftebereidheid te vergroten.
Geweld stopt vaak niet als een relatie stopt. In sommige gevallen is er sprake van stalking en ernstige bedreiging. ‘’Hiervoor blijven we o.a. met partners als het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond, het Openbaar Ministerie, Reclassering, stichting Arosa en de politie inzetten op een sluitende samenwerking ter bescherming van slachtoffers en de aanpak van de plegers. Met bijvoorbeeld ook een middel als een alarmsysteem, waardoor slachtoffers zich thuis en op straat weer veiliger voelen’’, aldus zorgwethouder Buijt.
Het nieuwe beleid om huiselijk geweld en kindermishandeling aan te pakken is nodig. Het aantal Rotterdammers dat ermee te maken krijgt ligt hoger dan het landelijke gemiddelde. Een deel heeft te maken met de hogere aanwezige risicofactoren als schulden en armoede in Rotterdam.