‘’Het stadsbestuur blijft zich inzetten voor het tegengaan van discriminatie en uitsluiting en gelijke kansen voor iedereen. Dit doen we onder andere met ons actieprogramma Relax, dit is Rotterdam en het programma Gelijke kansen voor elk talent’’, schrijft onderwijswethouder Kasmi aan de fractie van de Rotterdamse PVV om eraan toe te voegen dat het stadsbestuur zich niet bezig houdt met de vrijheid van onderwijs.
Hij reageert daarmee op bezwaren van de PVV tegen een geconstateerde stellingname van de ChristenUnie en het CDA jegens LBHTI-ers.
Raadslid Meeuwissen had Kasmi laten weten dat hij in het Nederlands Dagblad las dat de CU vindt dat scholen "binnen de grenzen van de wet" leerlingen mogen weigeren als die het niet eens zijn met de overtuigingen van de school.”
Ook struikelde hij in het artikel over een uitspraak van het CDA ‘’dat scholen wel mogen vragen dat leerlingen en ouders een bepaalde identiteit onderschrijven.’’
‘’Maar het college gaat niet over dergelijke zaken op Rotterdamse scholen’’, heeft Kasmi inmiddels laten weten. ‘’Uiteraard zijn scholen gewoon aan de wet en de kerndoelen gebonden ook als het gaat over het tegengaan van discriminatie en het bevorderen van integratie. Iets waar de Inspectie van het Onderwijs toezicht op houdt en waar de wethouder, als dat nodig is, met het scholenveld het gesprek over aangaat.’’
Scholen zijn voor het stadsbestuur de oefenplaats voor burgerschap, vindt Kasmi. ‘’De plek waar jongeren oefenen met sámenleven, jezelf zijn in het geheel, een mening vormen en geven, respect, nieuwsgierigheid, het goede gesprek voeren en het eens én oneens zijn. Wanneer er signalen zijn van leerlingen en ouders dat scholen de kerndoelen (waaronder seksuele diversiteit, discriminatie en burgerschap) niet naleven, gaat het desbetreffende schoolbestuur hierover eerst in gesprek aan met de school en de melder.’’