Als D66-wethouder Said Kasmi met een steunpakket voor de Rotterdamse culturele instellingen komt, moet dat voor sector in de volle breedte zijn. Dat vindt de Rotterdamse fractie van de Partij van de Arbeid. Wat fractievoorzitter Co Engberts betreft, vallen zo min mogelijk organisaties buiten de boot die hard worden getroffen door de coronacrisis.
Het raadslid heeft Kasmi gevraagd om met meer informatie te komen over de reddingspoging voor de Rotterdamse cultuur. Daar is het wat hem betreft nu tijd voor aangezien de overheid eerder een steunpakket van 300 miljoen presenteerde voor kunstzinnige en culturele instellingen die hard getroffen zijn door de maatregelen omtrent het coronavirus.
Kasmi wilde met zijn plannen wachten totdat de overheid over de brug kwam. Nu dat het geval is, is de gemeente aan de beurt, denkt de PvdA. De partij wil een overzicht van alle Rotterdamse cultuurinstellingen die wel en niet in aanmerking komen voor een rijksbijdrage. De voorwaarden voor een bijdrage uit de pot van minister Van Engelshoven zijn niet mals. Veel organisaties vallen dan ook buiten de boot en maken zich ernstige zorgen.
Op welke maatregelen de cultuurwethouder broedt is nog niet duidelijk. Hij zal met een omvangrijk pakket moeten komen, wil hij zo veel mogelijk instellingen in de stad redden. De wethouder sluit niet uit dat er een aantal maanden huur van (gemeentelijke) panden wordt kwijtgescholden.
Investeringsfaciliteit
Terwijl er op de Coolsingel hard wordt nagedacht over financiele steun, doen de Rotterdamse instellingen dat ondertussen over creatieve mogelijkheden om de draad zo snel mogelijk weer op te pakken. De anderhalve meter zal dan in acht moeten worden genomen, dat brengt óók grote (financiële) uitdagingen met zich mee. Daarom oppert raadslid Engberts om een investeringsfaciliteit in te richten, zodat ruimten en gebouwen aangepast kunnen worden.
Ook moet Rotterdam vanaf 1 januari 2021 een nieuw beleid omtrent cultuur klaar hebben, maar vanwege de coronacrisis vraagt de PvdA zich af of dat wel verstandig is. Aan Kasmi wordt gevraagd te onderzoeken of het mogelijk is om de ingangsdatum van het nieuwe beleid met een jaar uit te stellen.