Studenten niet blij met Rotterdamse kamerverhuurvergunning

2 June 2021, 00:09 uur
Politiek
mainImage
Ingezonden

Ook de Rotterdamse studenten beginnen zich langzaam maar zeker zorgen te maken over het voornemen van het stadsbestuur om een kamerverhuurvergunning in te voeren. Ook de andere ontwikkelingen op de huizenmarkt baart hen zorgen. Zoals de aangekondigde inkrimping van de verhuurvrijheid (niet meer dan twee kamers in één woning) om de geluidsoverlast te beperken.

Als gevolg van die plannen zijn veel studenten onzeker over hun huidige woonplek en het vervolg van hun studententijd. ‘’Door het invoeren van het nulquotum in wijken als Kralingen en Struisenburg worden alle kansen tot het oprichten van nieuwe studentenhuizen met meer dan 3 bewoners in de erkende studentenwijken ontnomen’’, schrijft Lotte van den Bergh, voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Verenigingen, namens de Rotterdamse studentengezelligheidsverenigingen.

‘’We begrijpen dat Rotterdam zich bewust is van de noodzaak van studentenhuisvesting en daarom nadenkt over het creëren van extra nieuwbouwwoningen. Maar die oplossing wordt door ons niet erkend als waardig alternatief voor traditionele verenigingshuizen die in het studentenleven zo’n belangrijke rol spelen. De sfeer van zulke locaties is in geen enkel opzicht te vergelijken met het huidige type studentenhuis.’’

De Rotterdamse Kamer van Verenigingen vindt dat met de nieuwe constructies van woninghuur het klimaat er niet aantrekkelijker op wordt als belangrijke studentenhotspots ver verwijderd worden van de Universiteit en de studentenverenigingen, waarvan de twee grootste gevestigd zijn in Kralingen.

‘’Uiteindelijk zal dit ook het einde van de verenigingshuizen betekenen, die normaliter bestaan uit gemiddeld 6 tot 10 bewoners”, aldus de geschrokken Lotte van den Bergh, die Kurvers er per brief aan herinnert dat de Nederlandse studentenverenigingscultuur stamt uit de 19e eeuw en inmiddels behoort tot nationaal erfgoed.

De PvdA en SP, die ook aan het koeren zijn over de woningmarkt, kunnen de brief lezen in het Raadsinformatiesysteem.